Maandelijks archief: december 2007

Het laatste F-dier van het jaar

FretDE FRET (Mustela eversmanni(i) furo, ook wel Mustela putorius furo genoemd) behoort net als de hermelijn, de wezel & de otter tot de familie der marterachtigen (Mustelidae). De fret behoort tot hetzelfde dierkundige geslacht als de Europese bunzing (Mustela furius) & de Amerikaanse nerts (Mustela viso).
De fret wordt gezien als een door de diersoort mensch gekweekt dier, maar over de oorsprong van de fret is men het niet eens. Er zijn zoölogen die hem zien als een tamme vorm van de Aziatische bunzing. Weer andere dierkundige deskundologen houden het erop dat de fret een gedomesticeerde vorm is van de gewone of Europese bunzing (Mustela putorius). Volgens weer een andere theorie is de fret een kruising tussen de Europese bunzing & de Aziatische steppebunzing (Mustela eversmanni(i)).
Hoe het ook zij, onder normale omstandigheden kunnen fretten niet in de vrije natuur overleven, wanneer ze bijvoorbeeld zijn ontsnapt, losgelaten of aan een spreekwoordelijke boom zijn gebonden.
De fret is bovendien één van de slechts drie diersoorten die met een F. begint & vier letters telt.
De fret is al een zeer oud huisdier. Al zo’n pakweg duizend jaar voor Het Kindeke Jezus (1000 v.H.K.J.) wordt er in het Hebreeuwse bijbelboek Leviticus melding gemaakt van een fretachtig diertje. Omdat wij inmiddels leven in een joodschgristelijkislamitiese cultuurtraditie daarvan akte. Fretten komen ook in een blijspel van de Griekse dichter Aristophanes (445-388 v.H.K.J.) voor. Fretten werden oorspronkelijk door het Noordafrikaanse berbervolk gehouden & toen gebruikt voor de jacht. Ook de oude Romeinen gebruikte de fret al bij het jagen.
Het jagen met fretten op bijvoorbeeld konijnen wordt ‘fretteren’ genoemd.
Fretten behoren tot de orde der roofdieren (Carnivora) & dus niet tot de knaagdieren (hetgeen veelvuldig verondersteld wordt, doch onjuist is & dus feitelijk FOUT!). Konijnen zijn overigens ook geen knaagdieren!, doch omdat konijnen op één uitzondering na niet met een F. beginnen laten we de taxonomische afkomst van deze langorige rakkers voor wat die is of wellicht niet is..
Fret2Omdat fretten tot de carnivoren behoren eten ze uitsluitend vlees. Het spijsverteringskanaal van de fret is ongeschkt om plantaardig voedsel te verteren. Het natuurlijk dieet van de wilde bunzing bestaat uit muizen, ratten & andere kleine knaagdieren & uit kleine vogeltjes zoals kwartels & kuikens van andere hoenderachtige vogels. Voor de gedomesticeerde fret zijn er ook zogenaamde frettenbrokken verkrijgbaar in de betere dierenwinkel.
Van de fret bestaan er drie kleurslagen: de wildkleur (zoals die van de bunzing), de albino (met rode ogen) & de zogenaamde sandy (met lichtbruine poten & een lichtbruine frettenstaart).
Fretten zijn hyperactieve, enigszins nerveuze dieren. Ze zijn niet zo heel makkelijk te houden & vergen veel aandacht & verzorging van de frettenliefhebber. Vooral vrouwtjesfretten (moeren) zijn gevoellig voor allerlei aandoeningen.
De fret is één van de weinige dieren met een F. waar Yossarian persoonlijke zoölogische ervaring mee heeft, want Yossarian heeft namelijk wel eens een fret vastgehouden. Yossarian moet zeggen dat ie niet zo gek veel met fretten heeft: hij werd horendol & knuppelgek van dat neurotische adhd-gedrag van die fretkundige zenuwelijer in kwestie.
Fretten paren van maart tot augustus. De frettendracht duurt ongeveer zes weken. De gemiddeld acht jongen fretjes (pups) per worp worden blind & kaal & heel erg lelijk geboren. Pas na vier weken gaan hun kleine kraaloogjes open. Tegen die tijd beginnen ze ook met hun zindelijkheidstraining op de speciale frettenbak (echt waar: we verzinnen nix!, hiero). Na vier weken kunnen de pups weg bij de moer (net als bij jonge poesjes).

Een mannetjesfret heet overigens ram.

Tot hier toe de avonturen van het negenennegentigste dier dat met een F. begint & tevens van het laatste F-dier van dit jaar.


Toedels!, poema’s, de beste wensen voor 2008 & pas een beetje op uw vingers & ogen tijdens het afsteken van het eloquente vuurwerk (want anders kunt u het Geheime pr8log niet meer lezen & geen lovende reacties meer typen).


80

TEN EERSTE: Martijn Krabbé LIEGT wanneer hij zegt dat hij de enige op het grote Idols-podium is die de jaren tachtig bewust heeft meegemaakt.
Dat is dus niet waar! Zijn sidekick Wendy van Dijk is geboren in 1971. Dat betekent dat de kleine Wendy in 1981 tien was & de shaggable Wendy in 1989 zelfs achttien! Als je in een bepaald jaar tien wordt kun je nog volhouden een & ander niet bewust hebt meegemaakt, maar als je eind jaren tachtig aan het einde van je tienerjaren zit gaat die vlieger niet langer op.
Een heel wijs man zei ooit: “Alles op de teuluhvisie is nep!” Hij was toen heel dronken, maar wellicht heeft hij tòch gelijk. Ik zie Wendy’s vermeende, niet bewust meemaken van de jaren tachtig in ieder geval inmiddels als een groot COMPLOT om Wendy jonger te laten lijken dan ze daadwerkelijk is.
Ten tweede: ik HAAT het als menschen zeggen dat ze de jaren tachtig van de vorige eeuw niet bewust hebben meegemaakt. Yossarian voelt zich dan namelijk Oud, & daar houdt hij niet van.
Also sprach Yossarian (die intussen naar Idols kijkt & net doet alsof het live is, omdat hij het vergisteren heeft gemist).

P.S. Yossarian moet nog van M. zeggen dat het jasje van Martijn Krabbé ‘raar’ zit.
Waarvan akte.


80

TEN EERSTE: Martijn Krabbé LIEGT wanneer hij zegt dat hij de enige op het grote Idols-podium is die de jaren tachtig bewust heeft meegemaakt.
Dat is dus niet waar! Zijn sidekick Wendy van Dijk is geboren in 1971. Dat betekent dat de kleine Wendy in 1981 tien was & de shaggable Wendy in 1989 zelfs achttien! Als je in een bepaald jaar tien wordt kun je nog volhouden een & ander niet bewust hebt meegemaakt, maar als je eind jaren tachtig aan het einde van je tienerjaren zit gaat die vlieger niet langer op.
Een heel wijs man zei ooit: “Alles op de teuluhvisie is nep!” Hij was toen heel dronken, maar wellicht heeft hij tòch gelijk. Ik zie Wendy’s vermeende, niet bewust meemaken van de jaren tachtig in ieder geval inmiddels als een groot COMPLOT om Wendy jonger te laten lijken dan ze daadwerkelijk is.
Ten tweede: ik HAAT het als menschen zeggen dat ze de jaren tachtig van de vorige eeuw niet bewust hebben meegemaakt. Yossarian voelt zich dan namelijk Oud, & daar houdt hij niet van.
Also sprach Yossarian (die intussen naar Idols kijkt & net doet alsof het live is, omdat hij het vergisteren heeft gemist).

P.S. Yossarian moet nog van M. zeggen dat het jasje van Martijn Krabbé ‘raar’ zit.
Waarvan akte.


Yossarian ziet ze vliegen! #3

‘FRUITVLIEGEN’ is een pseudowetenschappelycke verzamelbenaming voor een groep van tweevleugelige insecten (uit de dierkundige orde Diptera), waarvan de larven zich met fruit voeden, of beter gezegd voeden met de levende gistcellen van rottend fruit (vandaar de naam!). De fruitvliet dienen wij vooral niet te verwarren met de fritvlieg. De grotere soorten fruitvlieg behoren tot de familie Tephritidae & worden ook wel boorvliegen genoemd; de kleinere soorten behoren tot de familie Drosophilidae & staan bekend als de bananenvliegen.

Tot deze laatste groep behoort onder andere de Drosophila melanogaster. Dit vliegje wordt in het Nederlandsch de fruitvlieg of bananenvlieg genoemd. De benaming ‘fruitvlieg’ is, kort doch bondig, dus zowel de benaming van een zeer grote groep tweevleugelige insecten als van een onafhankelijke soort (species), die ook bekendstaat als de bananenvlieg.

Fruitvlieg
De species fruitvlieg of bananenvlieg (Drosophila melanogaster) is een heel klein van oorsprong geelbruin vliegje van drie keer nix. Er zijn heel veel andere soorten die zich ‘fruitvlieg’ zouden kunnen noemen, maar deze soort is verreweg de bekendste.
De fruitvlieg Drosophila melanogaster dankt zijn wereldberoemdheid vooral omdat hij veelvuldig wordt gebruikt als proef- of labaratoriumdier, & ook wel als voedseldier dat liefhebbers van aquaria & vooral terraria met een hobby & teveel vrije tijd aan hun levende, koudbloedige have verstrekken. Fruitvliegen worden bovendien vaak gebruikt om de edele kunst van de genetica of erfelijkheidsleer levensaanschouwelijk te demonstreren aan bijvoorbeeld middelbare scholieren & studenten.
De fruitvlieg is vooral zo populair omdat hij zeer makkelijk te kweken is. Niet veel meer dan een voedingsbodem die suiker bevat & een plastic bakje daaromheen (tegen het wegvliegen) is daar niet voor nodig. Fruitvliegen zijn al na veertien dagen seksueel volwassen. Ieder fruitvliegvrouwtje kan enkele honderden nakomelingen produceren, dus met de seksuele vermeerdering middels geslachtelijke voortplanting zit het wel snor!, bij dat fruitvliegje dat met een F. begint.
Fruitvliegen worden maar drie à vier milimeter groot. De ontwikkeling van de fruitvlieg gaat in vier stappen: van fruitvlieg-eitje (1) naar het stadium van pootloze larve of made (2); dan volgen een tweetal larvenstadia-met-pootjes (3-4), waarna die laatste larve zich verpopt (5) tot volwaardig fruitvliegje (6). Van ei tot baby tot puberteit tot schone jongeling dus!, & dat allemaal in veertien dagen.
Er zijn vele duizenden (!) verschillende zogenaamde ‘mutanten’ van de fruitvlieg door de diersoort mensch gekweekt, doordat er uit die ieniemini-fruitvliegjes nog veel pietepeuterige kleine stukjes DNA gepeuterd & vervolgens veranderd zijn. Dit heeft onder andere geleid tot fruitvliegen met afgestompte vleugels, een donkere huid (ebony genoemd: we verzinnen nix!, hiero), fruitvliegjes met witte in plaats van de oorspronkelijk rode ogen, fruitvliegjes die niet meer kunnen vliegen, etcetera, etcetera.
Het fruitvliegje Drosophila melanogaster werd overigens ontdeckt & reedsch in 1830 wetenschappelyck beschreven door Johann Wilhelm Meigen (1764-1845), de wereldberoemde Duitsche insectoloog & vliegoloog.

Tot hier toe & niet verder de wonderbaarlijke avonturen van het fruitvliegje.


Yossarian ziet ze vliegen! #3

‘FRUITVLIEGEN’ is een pseudowetenschappelycke verzamelbenaming voor een groep van tweevleugelige insecten (uit de dierkundige orde Diptera), waarvan de larven zich met fruit voeden, of beter gezegd voeden met de levende gistcellen van rottend fruit (vandaar de naam!). De fruitvliet dienen wij vooral niet te verwarren met de fritvlieg. De grotere soorten fruitvlieg behoren tot de familie Tephritidae & worden ook wel boorvliegen genoemd; de kleinere soorten behoren tot de familie Drosophilidae & staan bekend als de bananenvliegen.

Tot deze laatste groep behoort onder andere de Drosophila melanogaster. Dit vliegje wordt in het Nederlandsch de fruitvlieg of bananenvlieg genoemd. De benaming ‘fruitvlieg’ is, kort doch bondig, dus zowel de benaming van een zeer grote groep tweevleugelige insecten als van een onafhankelijke soort (species), die ook bekendstaat als de bananenvlieg.

FruitvliegDe species fruitvlieg of bananenvlieg (Drosophila melanogaster) is een heel klein van oorsprong geelbruin vliegje van drie keer nix. Er zijn heel veel andere soorten die zich ‘fruitvlieg’ zouden kunnen noemen, maar deze soort is verreweg de bekendste.
De fruitvlieg Drosophila melanogaster dankt zijn wereldberoemdheid vooral omdat hij veelvuldig wordt gebruikt als proef- of labaratoriumdier, & ook wel als voedseldier dat liefhebbers van aquaria & vooral terraria met een hobby & teveel vrije tijd aan hun levende, koudbloedige have verstrekken. Fruitvliegen worden bovendien vaak gebruikt om de edele kunst van de genetica of erfelijkheidsleer levensaanschouwelijk te demonstreren aan bijvoorbeeld middelbare scholieren & studenten.
De fruitvlieg is vooral zo populair omdat hij zeer makkelijk te kweken is. Niet veel meer dan een voedingsbodem die suiker bevat & een plastic bakje daaromheen (tegen het wegvliegen) is daar niet voor nodig. Fruitvliegen zijn al na veertien dagen seksueel volwassen. Ieder fruitvliegvrouwtje kan enkele honderden nakomelingen produceren, dus met de seksuele vermeerdering middels geslachtelijke voortplanting zit het wel snor!, bij dat fruitvliegje dat met een F. begint.
Fruitvliegen worden maar drie à vier milimeter groot. De ontwikkeling van de fruitvlieg gaat in vier stappen: van fruitvlieg-eitje (1) naar het stadium van pootloze larve of made (2); dan volgen een tweetal larvenstadia-met-pootjes (3-4), waarna die laatste larve zich verpopt (5) tot volwaardig fruitvliegje (6). Van ei tot baby tot puberteit tot schone jongeling dus!, & dat allemaal in veertien dagen.
Er zijn vele duizenden (!) verschillende zogenaamde ‘mutanten’ van de fruitvlieg door de diersoort mensch gekweekt, doordat er uit die ieniemini-fruitvliegjes nog veel pietepeuterige kleine stukjes DNA gepeuterd & vervolgens veranderd zijn. Dit heeft onder andere geleid tot fruitvliegen met afgestompte vleugels, een donkere huid (ebony genoemd: we verzinnen nix!, hiero), fruitvliegjes met witte in plaats van de oorspronkelijk rode ogen, fruitvliegjes die niet meer kunnen vliegen, etcetera, etcetera.
Het fruitvliegje Drosophila melanogaster werd overigens ontdeckt & reedsch in 1830 wetenschappelyck beschreven door Johann Wilhelm Meigen (1764-1845), de wereldberoemde Duitsche insectoloog & vliegoloog.

Tot hier toe & niet verder de wonderbaarlijke avonturen van het fruitvliegje.


Zaterdag Filipijnse waterroodstaartdag*

 

Fwrs_2

 

DE FILIPIJNSE WATERROODSTAART (Rhyacornis bicolor) is een vogel uit de familie der lijsters (Turdidae), waartoe ook de merel roze (Turdus trutta) behoort. Deze familie telt maar liefst 68 vogelkundige geslachten & enkele honderden soorten. Weer andere ornithologen & betweters beschouwen de Filipijnse waterroodstaart als een vertegenwoordiger van de familie der Muscicapidae & de onderfamilie der Saxicolinae. Ook deze taxonomische positie op de ladder van Linnaeus staat ter discussie, maar omdat dit onder voorbehoud laatste Filipijnse vogel is laten we het hier voorlopig maar bij.
Het geslacht Rhyacornis telt slechts twee soorten, namelijk de ‘gewone’ waterroodstaart (Rhyacornis fuliginosa) & onze, met een F. beginnende Filipijnse waterroodstaart.
De Filipijnse waterroodstaart is dus een klein lijsterachtig vogeltje dat alleen voorkomt in of op de Filipijnse eilanden Luçon & Mindoro & verder helegaar nergens anders. Daar in of op de Filipijnen kwinkeleren de Filipijnse waterroodstaartjes het liefst in subtropische of tropische laaglandregenwouden, in tropische bergachtige gebieden & in de buurt van rivieren.
Fwrs2
Helaas is ook de Filipijnse waterroodstaart bedreigd als gevolg van de aantasting van zijn natuurlijke leefbiotopen door de diersoort mensch. Derhalve is ook de Filipijnse waterroodstaart terug te vinden is op de zogenaamde rode lijst van het IUCN & is bovendien de conclusie gerechtvaardigd dat ook de Filipijnse waterroodstaart door Yossarian Gered dient te worden.
De Filipijnse waterroodstaart werd ontdeckt & in 1894 wetenschappelyck beschreven door William Robert Ogilvie-Grant (1863-1924), de wereldberoemde Schotse ornitholoog die ook de Filipijnse apenarend, de Filipijnse goudvink & de Filipijnse klauwier  ontdeckte & en wetenschappelyck beschreef.
De Filipijnse waterroodstaart heeft geen ondersoorten & heet in het Engels de Luzon redstart. In het Tsjechisch heet de Filipijnse waterroodstaart de rehek dvoubarvý & in het Frans de Nymphée bicolore: zowaar een schitterende, poëtische naam (& van je hopsasa!).
Voorts is er weer eens niet zo heel gek veel bekend over de Filipijnse waterroodstaart. Bovendien zijn er maar zeer weinig enigszins behoorlijke kiekjes van die kleine, eloquente pr8vogeltje te vinden op het wereldwijde web. De Filipijnse waterroodstaart komt – zover wij hebben kunnen nagaan – ook niet op een filatelistische grotemenschen- of kinderpostzegelt voor..

Tot hier toe de Filipijnse waterroodstaart, de dertigste & (onder voorbehoud, ernstig afkloppen!) allerlaatste Filipijnse vogel die met een F. begint.


*) Genomineerd voor de Slechtste Woordspeling van 2007.


Zaterdag Filipijnse waterroodstaartdag*

 

Fwrs_2

 

DE FILIPIJNSE WATERROODSTAART (Rhyacornis bicolor) is een vogel uit de familie der lijsters (Turdidae), waartoe ook de merel roze (Turdus trutta) behoort. Deze familie telt maar liefst 68 vogelkundige geslachten & enkele honderden soorten. Weer andere ornithologen & betweters beschouwen de Filipijnse waterroodstaart als een vertegenwoordiger van de familie der Muscicapidae & de onderfamilie der Saxicolinae. Ook deze taxonomische positie op de ladder van Linnaeus staat ter discussie, maar omdat dit onder voorbehoud laatste Filipijnse vogel is laten we het hier voorlopig maar bij.
Het geslacht Rhyacornis telt slechts twee soorten, namelijk de ‘gewone’ waterroodstaart (Rhyacornis fuliginosa) & onze, met een F. beginnende Filipijnse waterroodstaart.
De Filipijnse waterroodstaart is dus een klein lijsterachtig vogeltje dat alleen voorkomt in of op de Filipijnse eilanden Luçon & Mindoro & verder helegaar nergens anders. Daar in of op de Filipijnen kwinkeleren de Filipijnse waterroodstaartjes het liefst in subtropische of tropische laaglandregenwouden, in tropische bergachtige gebieden & in de buurt van rivieren.
Fwrs2Helaas is ook de Filipijnse waterroodstaart bedreigd als gevolg van de aantasting van zijn natuurlijke leefbiotopen door de diersoort mensch. Derhalve is ook de Filipijnse waterroodstaart terug te vinden is op de zogenaamde rode lijst van het IUCN & is bovendien de conclusie gerechtvaardigd dat ook de Filipijnse waterroodstaart door Yossarian Gered dient te worden.
De Filipijnse waterroodstaart werd ontdeckt & in 1894 wetenschappelyck beschreven door William Robert Ogilvie-Grant (1863-1924), de wereldberoemde Schotse ornitholoog die ook de Filipijnse apenarend, de Filipijnse goudvink & de Filipijnse klauwier  ontdeckte & en wetenschappelyck beschreef.
De Filipijnse waterroodstaart heeft geen ondersoorten & heet in het Engels de Luzon redstart. In het Tsjechisch heet de Filipijnse waterroodstaart de rehek dvoubarvý & in het Frans de Nymphée bicolore: zowaar een schitterende, poëtische naam (& van je hopsasa!).
Voorts is er weer eens niet zo heel gek veel bekend over de Filipijnse waterroodstaart. Bovendien zijn er maar zeer weinig enigszins behoorlijke kiekjes van die kleine, eloquente pr8vogeltje te vinden op het wereldwijde web. De Filipijnse waterroodstaart komt – zover wij hebben kunnen nagaan – ook niet op een filatelistische grotemenschen- of kinderpostzegelt voor..

Tot hier toe de Filipijnse waterroodstaart, de dertigste & (onder voorbehoud, ernstig afkloppen!) allerlaatste Filipijnse vogel die met een F. begint.


*) Genomineerd voor de Slechtste Woordspeling van 2007.


De vogels van Freer & Fuerte #2 (slot)

Fap
DE FUERTES ANDESPAPEGAAI
of de Fuerte-andespapegaai werd vroeger als een van de ondersoorten van de Andespapegaai (Hapalopsittaca amazonina) gezien & werd Hapalopsittaca amazonina fuertesi genoemd. Het is een papegaai uit de bekende familie der echte papegaaien (Psittacidae). Tegenwoordig wordt de Fuertes Andespapegaai als een onafhankelijke soort gezien (een full species) & luidt wetenschappelycke naam Hapalopsittaca fuertesi, dus zonder amazonina ertussen in & dus niet langer meer Hapalopsittaca amazonina fuertesi, want dat is tegenwoordig dus FOUT!, verdoeme. Onthoud dat goed!, want ik voel een strikvraag op komen borrrelen voor het tentamen Vogels van Freer & Fuerte (V.V.F.&F.). Het geslacht Hapalopsittaca telt tegenwoordig een viertal soorten.
In het Engels heet de Fuertes Andespapegaai tegenwoordig indigo-winged parrot & in heet Deens heet de Fuertes andespapegaai Indigodværgamazone (zowaar een schitterende, eloquente naam, omdat daar bijna ‘godver’ in voorkomt!). In het Fins heet de Fuertes Andespapegaai de risaldanaratti & in het Japans de アカガタインコ.
De Fuertes Andespapegaai, woont, leeft & koppiekrauwt in Columbia, Venezuela en wellicht ook in Ecuador, in de subtropische & tropische vochtige bergachtige gebieden aldaar.
De Fuertes Andespapegaai is een bedreigde papegaai die op de rode lijst van het IUCN staat, & derhalve Gered dient te worden door Yossarian, ook al komt ie dan niet uit de Filipijnen (de Fuertes Andespapegaai bedoel ik natuurlijk!, niet Yossarian). De Fuertes Andespapegaai is zo bedreigd door de aantasting van zijn natuurlijke leefgebied door de diersoort mensch.
De Fuertes Andespapegaai werd ontdeckt & pas in 1912 wetenschappelijck beschreven door meneer Frank Chapman (1864-1945), de wereldberoemde ornitholoog uit de Verenigde Staten van de United States & was de bedenker van de Christmas Bird Count (afgekort CBC, echt waar: we verzinnen nix!, hiero).
Fapstamp_1
De Fuertes Andespapegaai is een papegaai die op een filatelistische, Columbiaanse grotemenschenpostzegel geportretteerd is, een postzegeltje dat zowel ornithologisch als filatelistisch van onschatbare (emotionele) waarde is.
Voorts is er over de andespapegaai van Fuerte niet zo gek veel bekend. Ook is niet geheel duidelijk aan welke meneer of mevrouw Fuerte de  Fuertes andespapegaai zijn naam te te danken heeft & wie die Fuerte eigenlijk überhaupt was, of wellicht is..

Tot hier toe & niet verder de Fuertes andespapegaai & de vogels van Freer & Fuerte.


De vogels van Freer & Fuerte #2 (slot)

FapDE FUERTES ANDESPAPEGAAI of de Fuerte-andespapegaai werd vroeger als een van de ondersoorten van de Andespapegaai (Hapalopsittaca amazonina) gezien & werd Hapalopsittaca amazonina fuertesi genoemd. Het is een papegaai uit de bekende familie der echte papegaaien (Psittacidae). Tegenwoordig wordt de Fuertes Andespapegaai als een onafhankelijke soort gezien (een full species) & luidt wetenschappelycke naam Hapalopsittaca fuertesi, dus zonder amazonina ertussen in & dus niet langer meer Hapalopsittaca amazonina fuertesi, want dat is tegenwoordig dus FOUT!, verdoeme. Onthoud dat goed!, want ik voel een strikvraag op komen borrrelen voor het tentamen Vogels van Freer & Fuerte (V.V.F.&F.). Het geslacht Hapalopsittaca telt tegenwoordig een viertal soorten.
In het Engels heet de Fuertes Andespapegaai tegenwoordig indigo-winged parrot & in heet Deens heet de Fuertes andespapegaai Indigodværgamazone (zowaar een schitterende, eloquente naam, omdat daar bijna ‘godver’ in voorkomt!). In het Fins heet de Fuertes Andespapegaai de risaldanaratti & in het Japans de アカガタインコ.
De Fuertes Andespapegaai, woont, leeft & koppiekrauwt in Columbia, Venezuela en wellicht ook in Ecuador, in de subtropische & tropische vochtige bergachtige gebieden aldaar.
De Fuertes Andespapegaai is een bedreigde papegaai die op de rode lijst van het IUCN staat, & derhalve Gered dient te worden door Yossarian, ook al komt ie dan niet uit de Filipijnen (de Fuertes Andespapegaai bedoel ik natuurlijk!, niet Yossarian). De Fuertes Andespapegaai is zo bedreigd door de aantasting van zijn natuurlijke leefgebied door de diersoort mensch.
De Fuertes Andespapegaai werd ontdeckt & pas in 1912 wetenschappelijck beschreven door meneer Frank Chapman (1864-1945), de wereldberoemde ornitholoog uit de Verenigde Staten van de United States & was de bedenker van de Christmas Bird Count (afgekort CBC, echt waar: we verzinnen nix!, hiero).
Fapstamp_1De Fuertes Andespapegaai is een papegaai die op een filatelistische, Columbiaanse grotemenschenpostzegel geportretteerd is, een postzegeltje dat zowel ornithologisch als filatelistisch van onschatbare (emotionele) waarde is.
Voorts is er over de andespapegaai van Fuerte niet zo gek veel bekend. Ook is niet geheel duidelijk aan welke meneer of mevrouw Fuerte de  Fuertes andespapegaai zijn naam te te danken heeft & wie die Fuerte eigenlijk überhaupt was, of wellicht is..

Tot hier toe & niet verder de Fuertes andespapegaai & de vogels van Freer & Fuerte.


Barney viert Oud & Nieuw in Den Haag

Haha

HA!HA!, daar zijn we ook weer van verlost..