Maandelijks archief: oktober 2020

De hunkerwinter #01

(zondag 25 oktober 2020)

Het c-woord (2)

We gaan een merkwaardige winter tegemoet.

Eerder voorspelde of verwachtte ik een tweede golf die beheersbaar(der) zou zijn dan de eerste, met de kennis van nu, maar dat heeft niet zo mogen zijn. Het was ook niet zozeer voorspellen of verwachten, want daar ben ik (kennelijk) niet zo goed in. Het was meer hopen. Hopen is makkelijk, maar het helpt niet echt. Hetzelfde geldt voor bidden, maar daar doe ik niet aan. Je kunt je niet met alle nevenzaken des levens bezig houden. Mijn tijd is beperkt.

Geruisloos zijn wij nu middenin die gevreesde tweede golf gegleden. Intussen is er veel verzet tegen de maatregelen, die me eerder te zwak lijken dan te sterk. Eergisteren meer dan tienduizend (10.000!) nieuwe besmettingen. Wat we nu doen is een beetje blijven aanmodderen en ik weet niet of dat wel de goede weg is.

Ik denk dat al dat verzet en al die onzinnige complottheorieën terug te voeren zijn op één ding: mensen willen gewoon niet aan het idee dat sommige problemen niet een-twee-drie oplosbaar zijn, ook niet door ‘de’ pollitiek of ‘de’ media. Daarom geven we die de schuld. We hebben te lang in een maatschappij verkeerd waarin nagenoeg alles op redelijke termijn maakbaar en oplosbaar was en dat is nu even niet zo. We zijn te verwend geweest.

Oplossing: wij pikken dat niet, bedreigen medisch personeel in een teststraat en verkondigen luid dat corona een hoax en een complot is van de babybloed drinkende elite. Ik had een jaar geleden niet kunnen bevroeden ik vandaag in zo’n wereld leef.

Ik ben – en dat meen ik serieus helaas – op dit moment banger voor die haatzaaiende, agressieve complotgekkies dan voor het virus zelf. Dat virus overleven we wel, althans de meesten van ons (hoe cynisch dat ook klinkt). Maar dan zijn we nog niet van die gestoorde aanhang van de Willem Engelsen, Janet Ossebaarden en Lange Fransen van deze wereld af.


Mijn reptielenbrein #61

(woonsdag 7 oktober 2020)

De muis

[11:11]

Ik heb een muis. Dat zit zo. Sinds de kat van huis is is de muis ingecheckt en danst op tafel.

Spreekwoordelijk dan.

De muis woonde eerst gezellig op het balkon en verrichtte daar als een circusartiest capriolen op het slappe snoer van de solarverlichting. Eerlijk gezegd was dat best leuk. Maar de muis in huis is een ander verhaal.

Er moet iets aan gedaan worden. De muis moet het huis uit. Daar zijn diverse oplossingen voor te bedenken, waarvan we nog maar moeten zien of ze gaan werken. Oplossing één is een nieuwe poes, maar daarvoor is het nog iets te vroeg en als voorzitter tevens penningmeester van de Vereniging van Huurders (VvH) ben ik daar nog niet helemaal uit. 

De tweede oplossing is een val. Ik vind een val wel een beetje een dingetje.. 

[17:08]

Ik heb het gedaan. Ik heb het verdomme echt gedaan.

Ik heb een MUIZENVAL bij de PP gekocht (amongst other things, zoals vogelpindakaas). Het is een zogenaamde diervriendelijke muizenval maar desondanks houd ik mijn hart vast. Ik voel me nog net geen huurmoordenaar.

Ik heb namelijk nix tegen de muis en de muis heeft waarschijnlijk nix tegen mij en toen de muis – mijn muis not bene! – nog op het balkon bivakkeerde had ik zelfs een zwak voor hem (m/v). Maar een ding is inmiddels wel duidelijk: DE MUIS HOORT HIER NIET THUIS!

[01:23]

De val is gezet. Op een of andere manier heb ik er niet zoveel fiducie in, maar nogmaals: de val is gezet. Het aas is een bolletje witbrood geïmpregneerd met vogelpindakaas (omdat ik niet van humane pindakaas houd). En dat alles drie dagen na dierendag!

intussen heb ik de muis de hele dag nog niet gezien. Een poes is misschien toch effectiever en vooral affectiever. We wachten ongeduldig af.