Maandelijks archief: april 2021

Latente lente #19

(donderdag 29 april)

Delinquente lente

Het terrassenseizoen viel dit jaar op maandag 28 april. Het waren een onvergetelijke zes uur op het bankje bij tearoom K. Toen begon het regenseizoen, als vooraankondiging van de vierde golf. We zitten in de eindtijd, mensen!

De eeuwige optimist, c’est moi!

Ik heb vanhedenavond voor het eerst sinds 2017 of 2016 met de hand afgewassen. Tegenwoordig is alles een gebeurtenis, dus dat ook. Het was bijna even opbeurend en grensverleggend en edgy  – als ik nog jonger was dan ik al ben zou ik zeggen episch – als mijn bezoek aan de BCC zonder afspraak van vanmiddag (een vriend van mij sprak die naam ooit uit als bie-sie-sie, op zijn Engels dus en toen heb ik met uitgelachen, ofschoon allerhartelijkst, want die bie-sie-sie van hem is gewoon een Nederlands bedrijf, opgericht in 1945 door meneer Bakker (B) en zijn zoons Carel (C) en Coos (C), dus er komt geen woord Engels dan wel Frans aan te pas aan die hele bie-sie-sie van hem en mensen die bie-sie-sie zeggen die zeggen waarschijnlijk ook aanstellerig waaifaai, als ze gewoon gezellig de wiefie bedoelen. Ik was daar om vuilniszakken, nee herstel stop ander woord stofzuigerzakken aan te schaffen maar dan vooral bij wijze van buitenshuisuitje  dus, maar ik wist wel het merk van mijn stofzuiger, maar niet het typenummer. Toen zei de aardige verkoper: ‘Heeft u die stofzuiger bij ons aangeschaft? Dan kan ik wel even in uw klantgegevens kijken.’ Al die voortvarende vriendelijkheid ontlokte mij de bekentenis dat ik mijn stofzuiger nooit bij bee-see-see gekocht had, maar gekregen als ‘leentoestel’, toen mijn peperdure stofzuiger van het merk B. in de verkeerde kleur (blauw) voor de zoveelste keer kapot was en in reparatie. Het leentoestel van het merk Proline ter waarde van maar liefst €29,95 – dat heb ik toevallig altijd onthouden – in de enige voor stofzuigers juiste kleur (rood) dat ik nooit had teruggeven en als compensatie beschouwde voor die blauwe B. die ik uiteindelijk bij het grofvuil heb gezet. Dat dus. Ergo: ik keerde onverrichter zaken en zakloos huiswaarts.

Het regent de hele dag maar dat is goed voor het kunstgras, hoef ik morgen niet met de kunstgrasmaaier aan de slag en desondanks heb ik een avondwandeling gemaakt, al was het maar om weer (eens) te ervaren hoe het is om na 22:00 uur in de buitenruimte te vertoeven. Met een paraplu. Geen gele!

Gebruiken jullie die wegwerpmondkapjes maar een keer of zijn jullie dare devils op dat gebied of daar enigszins rekkelijk in, net als die niet nader te noemen persoon achter deze spooktypemachine die ook met de THT- en TGT-dateringen op zijn luxeproducten Russische roulette speelt en die data met voeten treedt, althans figuurlijk want letterlijk is dat is altijd een beetje lastig en gedoe?

Nog 108 stappen: ik ben het zo zat.

22:43 10.006 en dat zijn er zes te veel! Jippie, mij maken ze de pis niet lauw. Dat zal ze leren, daar in Silicon Valley. Ik hoop dat als ik straks mijn vaccin heb mijn dagelijkse stappen bij kan bijhouden met de microchips in mijn bloed.


Latente lente #17

(zaterdag 24 april)

Oningeënte lente

Intussen gaat nog steeds alles op zijn inmiddels tamelijk gebruikelijke gangetje van het nieuwe normaal voorbij en aan mij voorbij. Er was weer een pestconferentie op dinsdag en er is sprake van versoepelingen, joepie! Maar zie er op toe niet te vroeg te juichen.

Bij vlagen ben ik het helemaal zat, zo na eerst De situatie en daarop aansluitende hunkerwinter en bij vlagen gaat het wel en kan ik me nauwelijks meer herinneren dat het ooit anders is geweest. Het is maar hoe de wind waait. Ik heb eerlijk gezegd geen idee meer hoe ik me op een terras zou moeten gedragen dan wel handhaven.

Weer een deadline. Het residu van een ongemakkelijk interview daalt neer. En ongemakkelijkheid komt doorgaans van twee kanten, al beschouw ik mezelf als eindverantwoordelijk.

Ik heb een leuk gesprek met een nieuwe marktkoopman op de D-markt over olijven. Dat zijn die kleine highlights van de dag en dat klinkt gedeprimeerder dan ik ben of bedoel. Ik houd van mensen die onderhoudend over een onderwerp kunnen praten met kennis van zaken die niet ontleend is aan Facebook.

Wij hebben een nieuwe stagiaire en die stagiaire heet Dora. Ik vind dat wel een goede naam voor een stagiaire.

Ik ben de dompteur van de dwazen, nee dat is niet waar (doch wel een schitterende zinsnede, al zeg ik het zelf!). Ik ben niet hun dompteur want de dwazen zijn niet te dresseren, maar ik volg ze wel op veilige afstand via allerlei so called sociale kanalen die ik u zal besparen. Er komen er elke dag bij, de een nog gekker en radicaler dan de ander. Anders dan een echte dompteur ben ik degene die in een kooi zit en lopen de ongedresseerde dwazen vrij rond. Liefst op een plein. Ik bestudeer ze in de hoedanigheid van wél-westerse amateurantropoloog. Ik kan niet anders zeggen dat dat ik versteld sta van hun stompzinnigheid. Het lijken er ook steeds meer te worden en inmiddels een heuse plaag: een pandemie op zich. Ze zeggen dat ze wakker zijn maar als dat wakker is blijf ik liever nog even slapen. Ik weet veel maar ook een heleboel dingen niet, maar als ik ergens oprecht vertrouwen in heb – op het gevaar af in herhaling te vallen – is dat de wetenschap en de rede.

Ik kan niet wachten, kom maar op met die spuit: liever gisteren dan overmorgen. De vrijheid om ergens eens geen mening over te hebben is ook vrijheid van meningsuiting. Dat dus en dergelijke dingen op een zaterdagavond in mijn ivoren kooi.


Latente lente #16

(zaterdag 17 april)

Eloquente lente

Intussen is het weer weekend en zelfs zaterdag en alles gaat gewoon door, zij het op een laag en vooral traag pitje. De wappies en Wybren van Haga-worshippers maken zich (al)vast op om naar dat winderige plein in Amsterdam Zuid of naar een ander plein elders te gaan koffiedrinken. Zitten mijn rode hartjes in mijn handtasje? Check! Staat mijn gele parapluutje ernaast? Check! Liggen mijn hersenhelften nog op mijn nachtkastje? Check já! Van mijn 299 vrienden op Facebook zijn er in elk geval twee koffiedrinkers die into Haga zijn en dat vind ik zorgwekkend. Wellicht zijn het er zelfs meer en zitten er nog een paar in de Haga-kast vervaardigd van illegaal uit een tropisch regenwoud gekapt waaibomenhout (die je alleen kunt leasen bij gekke ome Haga zelf, voor een vriendenprijsje).

Die lul. Heb ik al gezegd dat ik Haga een lul vind? Nee, herstel: ik vínd Haga geen lul, hij ís het. Als je zo corrupt en rechts bent dat dat zelfs voor de VVD een reden is om je uit de partij te gooien en je vervolgens je zetel behoudt en je daarna voor de volgende parlementaire verkiezing de hielen van Thierry likkend bij Forum voor Democratie naar binnen fellateert ben je een lul en niets anders. Dan word je aanbeden door zowel de heel linkse als heel rechtse gekkies en wappies van het politieke spectrum, die je als een tweede Jezus op een schild hijsen. Ik zie wel eens memes of avatars of hoe die dingen ook heten van mensen (lees: mannen) die het logo van forum combineren met een plaatje van een Nederlands vlaggetje en dan weet je wel hoe laat het is. Dan hoef je niet meer verder te lezen, al doe ik dat soms wel bij wijze van masochistisch amusement.

Dat dus. Intussen leg ik een zoveelste allerlaatste hand aan mijn anti-zelfhulpboek Mijn reptielenbrein. Dat is iets wat ik weken naarstig voor mij uit heb geschoven, om talloze ongetwijfeld lafhartige redenen en vorige week weer heb opgepakt. Zo was ik bang dat ik Mijn reptielenbrein niet meer te pruimen zou vinden. Dat zijn van die angsten van een jonge debutant, jaja: ik weet het! Maar het viel mee, al was het veel meer werk dan ik had voorzien. Ik moet zelfs af en toe om mijn eigen onnavolgbare flauwekul lachen. En het gaat dus straks echt gebeuren. Ik heb maandag een covidproof want telefonisch onderhoud met mijn uitgeverij en ergens in mei leg ik mijn allereerste literaire papieren ei. Tot die tijd houd ik moed, vol en stand en werk ik naarstig aan mijn geplande tweede of derde meesterwerk met de voorlopige werktitel Op zoek naar Anouk.


Latente lente #15

(zaterdag 10 en maandag 12 april)

Indolente lente

Ik ben er nog hoor. Intussen is het venijnig koud. De latente lente is er lafhartig tussenuit geknepen. Of de latente lente houdt een sabbatical en laat ons lelijk in de steek. Is de latente lente een trouweloze sloerie? Wie heeft de contactgegevens van de latente lente en neemt even contact met haar op? Iemand? Niet allemaal gelijk graag, hallo?!?

Het aantal besmettingen loop weer op en het mysterieuze getal R stijgt licht. Inmiddels zijn we zo aan deze dagelijkse berichtgeving gewend dat het ons weinig meer doet. Het is nog steeds niet voorbij en het volk mort. We zijn nog niet immuun voor het virus, maar inmiddels wel een beetje voor de berichtgeving daaromtrent. Tegelijkertijd wordt er vanuit achterkamertjes en wandelgangen gespeculeerd over mogelijke versoepelingen van het regime. Het openen van de terrassen en de spertijd die verdwijnt. Er wordt zelfs al voorzichtig een datum genoemd: 21 april: twee één streepje vier! Zou het dan toch? Zou het dan eindelijk? Een datum die nog niet is uitgesproken of alweer hevig wordt betwist als zijnde te prematuur en te voorbarig en te onverantwoord, vooral vanuit medisch perspectief.

Hagelbuien en natte sneeuw, of zoals Karen Carpenter zo wonderschoon zong: Rainy days and mondays

Zullen we ooit weer onbezorgd dicht op elkaar kunnen kruipen in de kroeg? Bestaan er straks überhaupt nog zoiets zoals kroegen? Of went het weer snel en pakken wij de choreografie van het dicht op elkaar gepakt verpozen weer gauw op? Ik ben er ineens bezorgd over. Deze on-mooie, zonnig-kille maandagmorgen gets me down.

Zullen we ons weten te gedragen als straks weer wat meer, later een heleboel en uiteindelijk zo ongeveer alles weer mag en kan? Ik weet het niet. En zal de scheiding die nu bestaat tussen de wappies en de slapenden, of zo u wilt tussen de wakkeren en de meesten (want dat zijn we nu nog, hoewel onze meerderheid slinkt en dan ga ik er maar even van uit dat mijn lezers tot die meesten behoren, omdat de wakkeren geen oude media en moeilijke boeken van papier lezen omdat tóch alles al op Facebook en Youtube staat), die scheiding der geesten dus ooit helemaal verdwijnen of zijn vergeten? Zijn we straks weer een eenheid wat dat betreft of blijft er een zeker wantrouwen bestaan? Komt het ooit nog goed? Zijn wij nog te redden? Wanneer verdwijnt het laatste gele parapluutje en waar wordt die dan al dan niet vrijwillig ingestoken? Ik weet het niet en zekerheden zijn zeldzaam en ik kan me nog verdomd weinig voorstellen bij dat oude, vertrouwde straks. Wat ik wel weet dat we allemaal mensen van één dag zijn: wij zijn allemaal dagjesmensen. We moeten de goede momenten koesteren.


Latente lente #14

(zondag 4 april, Eerste Paasdag)

Dissidente lente

Verkeerd herinnerd. Die houden we er in! Ik geloof Ollongren. Mensen zien overal een complot in of een bedoeling achter. Er zijn gekkies en wappies die volhouden dat Ollongren zich bewust in de papieren heeft laten kijken. Ze vergeten dat iedereen wel eens blundert, zeker iemand die onder grote druk staat.

Ik zie stof genoeg voor een opera, een musical wellicht. Met Pia Douwes als Caroline van der Plas en Nandi. Er is altijd wel een rolletje voor Nandi. Met een cast die aan het eind in koor Ollongren Winding Road aanheft, waarna het doek valt en wie weet de regering ook.

Ik ben niet heel links of heel rechts, doch wel heel dwars en als iedereen zich zoals nu tegen iemand keert, zoals in dit geval Mark Rutte neem ik het voor zo iemand op. Mijn favoriet hondenras is de underdog. Als iedereen rode hartjes uit staat te delen heb ik mijn klauwen vol met zwarte schoppen. Als iedereen een gele paraplu bij zich draagt is mijn parasol pimpelpaars. Zo zit ik in elkaar. Dat kompt omdat ik een echt kritische geest ben een geen meeloper (letterlijk + figuurlijk).

Zal Teflon-Mark het overleven? Ik geloof Mark niet, maar wel bijna. Ik zal nooit om hem stemmen maar het is wel mijn Mark. Iedereen maakt fouten. Ook de mensen die nu zo kritisch zijn en moord en brand schreeuwen. MOORD!BRAND!!! Tenzij zij die dat schreeuwen geen fouten maken, maar in dat geval zou je je persoonlijke lat wat hoger leggen. Maar dat doen ze niet. Zou Geert ons fatsoenlijker door deze crisis hebben geleid? Of Klaver? Of Thierry die zijn eigen toko niet eens bij elkaar kan houden? Ik geloof er niks van.

Intussen is het Pasen. Ik had het eerst niet zo in de gaten en door al die afleiding en al dat rumoer ging het grotendeels langs me heen en aan me voorbij. Het is de tweede Pasen in lockdown, in alle relatieve – maar niet absolute: ik zit niet in een isoleercel of zo – eenzaamheid van dien en dat is best naar, vervelend, misschien niet helemaal gezond en zeker niet gezellig, maar laten we wel wezen: niet onoverkomelijk. Maar vervelend dus wel. Klagen mag heus wel. Hopelijk is het de laatste maar zelfs daar kun je niet helemaal vanuit gaan. 

Ik schrijf er stukjes over en krijg daar (online) telkens hooguit enkele reacties op en soms dat niet eens. Als je met een camera op een plein gaat staan en daar foto’s of films van schiet krijg je al gauw minimaal enkele honderden reacties en dito hartjes en soms nog veel meer.  Frustreert me dat? Ja, enigszins. Het doet me denken aan een bepaald gedicht over een zekere Zuster van Gerard Reve. Ik ben geen heilige, maar ik schreeuw niet en breng ook niet het leven van anderen doelbewust in gevaar, of het vrije paasweekeinde van toch al overbelaste agenten en ME’ers die misschien liever ook gewoon bij hun gezin willen zijn. Of de staatskas om die mensen te betalen. Geld dat zoveel beter besteed kan worden, zeker in deze tijd. Als iedereen tegen de politie is ben ik er voor. 

Mijn podium is maar klein en ik schreeuw niet, en als ik al schreeuw dan schreeuw ik zacht.


Latente lente #13

(zaterdag 3 april, 100e en laatste kerstdag)

Divergente lente

Het was een woelige week, met een ongekend lenteachtige start. Van de winterjas naar tussenjas-die-ik-niet-eens-heb naar een iets te optimistisch spijkerjasje en zelfs even dapper helemaal met zonder en weer terug, want donderdag (eergisteren, red.) was het ineens vele gradaties kouder. Four seasons in one day: in de schaduw haast ijzig maar in een verdwaald zonmoment bijna aangenaam. 

Tot zover het weerbericht. Woonsdag werd de aanzet gegeven tot een politiek koningsdrama: iets met een overhaast vertrek, een wakkere paparazzi en aantekeningen van een overijverig ambtenaar (ja, die bestaan ook!). De messen werden in achterafkamertjes alvast geslepen. Een verse Tweede Kamer werd geïnstalleerd. Donderdag begon het debutantenbal: een dertien uur durend debat over P.O.F.E. en de rol van Mark Rutte tijdens die zogenaamde verkenningen. Ik zag er vele uren van, maar niet lang niet alle. Dat was ook bijna niet te doen. De premier overleefde het nipt,  maar vandaag zagen christenmensen alweer devoot aan zijn stoelpoten. Ik ben waarschijnlijk the only (old) boy in town die medelijden met hem kreeg, tijdens de bijltjesnacht van donderdag op vrijdag. Ik vergeet ook wel eens wat, of ‘herinner me het niet juist’. Dat vind ik eigenlijk wel een goeie. Tot de dag van vandaag vind ik met een zekere onregelmatigheid cryptische aantekeningen van mijzelf terug waar ik geen touw aan kan vastknopen. Misschien geen excuus, maar wel menselijk.

Intussen is het de honderdste kerstdag en ben ik helaas genoodzaakt een belofte te breken. Ik had bij wijze van ultimatum gezworen dat ik mijn kerstboompje pas zou weg doen als de terrassen, de Action de D.J.V.D.E.-R. weer open zijn. Alleen die laatste twee uitspanningen zijn nu semi-open. Morgen zal het Eerste Paasdag zijn: iets met Jezus, eieren en kleine zoogdieren uit de familie Leporidae (geen knaagdieren: hoe vaak moet ik dat nog zeggen?). Ik ben ook wel een piepklein beetje klaar met Last Christmas in april en mijn naar het balkon verbannen Last Christmas tree huilt zijn laatste naalden. De batterijtjes van de feeërieke feestverlichting – die trouwens onwaarschijnlijk lang meegaan!- heb ik al tweemaal vervangen en een derde keer komt er niet.  Aan alles komt een eind, zelfs aan (arm)zalige kerst. Morgen ga ik met pijn in het hart mijn boompje euthanaseren.

Now I know what a fool I’ve been..