Maandelijks archief: mei 2021

Latente lente #30

(vrijdag 28 mei)

Presente lente

En toen was het ineens zowaar zomaar lente! Net op het moment dat je het echt niet meer verwachtte. Ik stond gisterenavond op het punt de centrale verwarming (cv) aan te zetten, ik zweer het je! Ik heb het op het laatste moment niet gedaan. Meer uit principe en volharding dan omdat ik het nou zo lekker behaaglijk was in mijn toko. Ik had het zo koud en nu heb ik het zo lekker warm,  dankzij jou, lieve lieve niet-meer-zo-latente lente. Laten we er maar van genieten want wie weet duurt de lente van 2021 exact één dag, te weten 28 mei 2021.

Intussen volg ik de wappies. Dat is een soort – hobby is niet het goede woord, noem het obsessie – van mij geworden. Ik volg de wappies via hun multimediale kanalen (vooral Facebook en Youtube) en zo stuit ik telkens op nieuwe individuele wappies, die me weer naar nieuwe multimediale kanalen leiden of liever gezegd lijden in dit geval. ik was begonnen de namen van de markantste en gekste wappies onder hen op te schrijven, maar daar ben ik maar weer mee opgehouden, want daar is geen beginnen en houden aan! Het zijn er domweg teveel en sommigen hebben veel volgers, soms meer dan duizend! Het is een plaag! Tegelijkertijd lijkt hun fysieke actiebereidheid enigszins af te nemen. Dus is dat nog een beetje goed nieuws. Ik zie nu pas dat er kennelijk woonsdag een demonstratie van wappies was in Barendrecht. Ik weet niet eens precies waar Barendrecht precies ligt maar dat doet er ook niet echt toe, laten we zeggen ergens in de buurt van Utrecht. In Nederland ligt al gauw iets in de buurt van Utrecht.

Enfin.

Volgens Barendrecht.nu – dat is een soort Barendrechter Courant maar dan online – telde deze ‘demonstratie wandeling’ (met illegale spatiëring: over kwaadaardige en besmettelijke virussen gesproken!) zo’n veertig deelnemers maar dat lijkt me eerlijk gezegd nog een heel optimistisch inschatting van de verslaggever ter plaatse. Ik zou het houden op hoogstens vijfendertig en ik heb verjaardagfeestjes meegemaakt – vroeger – met meer aanwezigen en een van hen is iemand die we maar Leo zullen noemen, al was het maar omdat hij ook Leo heet. Laat ik Leo het piepkleine podium geven waar hij geen recht op heeft en dat hij niet verdient. Als Leo bij de volgende demonstratie wandeling zich iets beter gedraagt en iets minder hard schreeuwt noem ik een volgende keer zijn achternaam misschien ook nog en dan is er niets wat eeuwige roem en onsterfelijkheid voor Leo nog in de weg staat.

Leo filmt net als veel andere hardcore ‘wandelaars’ of ‘koffiedrinkers’ alles en zet dat dan op Facebook. Nee dat leg ik niet goed uit: wappie Leo filmt alles en plaatst die beelden al filmend direct, dus ‘live’ op zijn Facebookpagina en dat heet dan live gaan en live gaan is sinds enkele maanden een gevleugeld begrip geworden in wappie-kringen. Net als strijder (‘Wij zijn strijders!’) en straat journalist, ook met spatie want laat vooral geen gelegenheid je eigen amateurisme en onkunde en ongeletterde onbenulligheid te benadrukken, als straat journalist

En bij die uitermate schokkerige beelden – wat iets anders is dan schokkende beelden – geeft Leo dan dan zijn ongezouten, immer schreeuwende commentaar en zo komen we te weten dat woonsdagmiddag een Barendrechtse  vrouw – een moeder volgens onze Leo – haar middelvinger naar Leo heeft opgestoken. Daar is Leo nogal verbolgen over en dat vind ik een beetje flauw van Leo, want hij loopt tijdens deze demonstratie wandeling mee met gelijkgestemden die VRIJHEID en GEEN DICTATUUR scanderen, maar die geen dictatuur is dan kennelijk alleen bedoeld voor de mensen die het eens zijn met de zienswijzen van Leo en zijn 33 of 34 samenzweerders. En die vrijheid kennelijk ook. Van een vrijheid of een democratie die alleen is voorbehouden aan je medestanders heb ik niet zo’n hoge dunk. Dat is een beetje de editie-Loekasjenko van vrijheid en democratie. 

Het niet-dictatoriale ideaal van Leo is dus een nogal selectief niet-dictatoriaal ideaal en ik krijg ineens ter plekke veel sympathie voor die Barendrechtse mevrouw – een moeder nog wel! – met die middelvinger en zelfs een beetje voor de hele, heldhaftige Barendrechtse bevolking die met zijn allen nog een beetje blijft nadenken, daar in de buurt van Utrecht.


Latente lente #29

(woonsdag 26 mei)

Turbulente lente

Nu deze latente lente zich gezwind naar een onvermijdelijk einde spoedt en dit boek in gelijke tred naar de laatste bladzijden wordt het wellicht tijd u een en ander mee te geven, voor onze wegen zich straks onvermijdelijk zullen scheiden. Een wijze les, een welgemeend advies, een goede raad die niet eens duur is doch alleszins zijn geld tot de laatste stuiver waard: whatever.

Laatst dacht ik dat nostalgie en voorpret veel op elkaar lijken. Het zijn de twee zijden van een en dezelfde medaille. Het zijn twee oude vrinden die het glas heffen in de nacht, good old nostalgie en ouwe rukker voorpret. Nostalgie is heimwee naar een zeker geïdealiseerd verleden en voorpret heimwee naar een zekere geïdealiseerde toekomst, zoals geplande, dan wel ongeplande of niet te plannen vakantiejolijt. Dat is allebei mooi en billijk, maar pas er mee op! Ik moet daar streng in zijn: teveel voorpret en teveel nostalgie maakt de mens(ch) ongelukkig en vroegoud, want we leven immer in het heden, het nu van ! Als je teveel hangt naar de nostalgie van het vroeger of het escapisme van de toekomst is het zaak je hoogstpersoonlijke huidige nú eens kritisch onder ogen te komen. En bedenk dat het geoorloofd is tegen iedereen te liegen, behalve tegen jezelf.

Is je huidige nog naar wens? Kun je nog een beetje met dat wellicht ietwat sleetse van je leven? Waarschijnlijk is het (eerlijke) antwoord ‘nee’, want anders zou je niet zo aan die hoogstpersoonlijke nostalgie en voorpret blijven hangen! De nostalgie en de voorpret zijn prima, maar consumeer ze met mate.

Ergo: doe iets aan je ! Verander van baan, van omgeving, van vriendenkring, van partner. Meer beweging in de liefdesmarkt is sowieso (en überhaupt!) wenselijk. Vind een nieuw dat je beter past (het hoeft niet ‘als gegoten’ of ‘als een tweede huid’ te passen, maar iets comfortabeler is wel zo fijn). En neem na een eventuele (boedel)scheiding niet al het materiële zaken mee, maar wel in elk geval dit boek.

Dat dus. Tot zover deze wijze woorden op woonsdag. Een wonderlijke woonsdag waarop wij op twee terrasjes zaten te vernikkelen van de koude onder een luizig dekentje en met boven ons elektrieke straalkacheltjes die geen raad wisten met deze misschien wel koudste 26 mei sinds pakweg de Kleine IJstijd (1400-1900). Dan mág je weer eens op het terras zitten en dan, dan, dan en neen, het gaat jullie niks aan met wie ik die ‘wij’ en ‘ons’ vanhedenmiddag vormde. Dat is privé, en bovendien niet relevant en ik ben al doende lerende mijn grenzen te bepalen en die vervolgens als in een ouwe vrijdagavond-detective op Nederland 1 te omtrekken met stoepkrijt, op twee terrassen nog wel. Ik vertel alleen wat ik wil vertellen. Zie mijn omtrek daar in duplo liggen en wit afsteken tegen het plaveisel. Schitterend! Twee schitterende omtrekken van mijn eigen grenzen. I’m a Wonderful Thing, Baby.


Latente lente #28

(zaterdag 22 mei t/m maandag 24 mei)

Trancedente lente

(zaterdag)

ik krijg van een oplettend – nee, niet wakker – lid van mijn Particuliere Geheime Dienst (P.G.D.) de melding dat mijn treurige jaargang aan de beurt is om een afspraak te mogen maken voor vaccinatie. Dat doe ik direct, via digid (wat trouwens een palindroom is, jippie en hoera!) en het lukt me ook nog eens in een keer om op legale wijze over de digitale muur van mijn eigen privacy te klimmen. Geloof me: dat is wel eens anders geweest. Ik heb een afspraak en dus een datum. Een datum die het einde van een tijdperk en wellicht ook het einde van de Latente lente in zal luiden. Een datum tevens, van een nieuw begin.

(zondag, eerste pinksterdag)

Omdat ik een nieuwe hobby heb, namelijk de Formule I volgen, zet ik iets voor 15:00 uur plichtmatig de televisie aan op kanaal 14, maar na iets minder dan twintig minuten begint die nieuwe hobby mij zodanig de keel uit te hangen dat ik bes;iot een after-katterig dutje te gaan doen met mijn poesje in het slaapvertrek dat zo’n prominent en zinneprikkelend décor is in LL#18.

Gisteren reed ik niet per spoor of automobiel naar 010, maar gewoon op mijn ouwe fiets naar de Pijp voor een wel heel speciale biathlon (vier uur Eurovisiesongfestival simultaan met een partijtje Triviant-met-het-mes-op-tafel). Voor ik gewapend met haring en broccoli het strijdperk betrad fietste ik langs een ijssalon, een gelato zelfs. Naast de ingang lagen bloemen. Een klein, bescheiden eerbetoon aan een groot drama dat die avond daarvoor heeft plaatsgevonden. Soms komt bruut geweld ineens dichtbij.

Toen ik vanmiddag ontwaakte naast sleeping straatmadelief-beauty LENA. tot warm kloppend bolletje opgerold naast me, kwam ik erachter dat Studio Sport hele fijne samenvattingen van van zo’n vijf minuten uitzendt van die ellenlange Formule I-wedstrijden. Wist ik niet: verademing! Zo kun je tijd besparen tijdens de uitoefening van je nieuwe favoriete hobby en die tijd besteden om leukere en boeiender dingen doen. Zoals slapen.

(maandag 24, tweede pinksterdag)

Het dreigt op een ietwat treurig pinksterweekend uit te draaien van drie keer niks in het kwadraat. Er mag steeds meer, doch door de aanhoudende latentheid – mag dat als semantisch woord? -van deze lamlendige lente kan er nog steeds niet zo gek veel. Toch zitten de terrassen in mijn gecentrificeerde buurtje redelijk vol, in hoeverre terrassen zitten in plaats van de mensen dáárop (denk daar maar eens over na..). Ik loop over straat met mijn spreekwoordelijke ziel onder mijn arm en sla deze ronde even over. Als ik ’s avonds om nog iets vet & feestelijks van deze Op een mooie Pinksterdag te maken een patatje haal bij de hipste snackbar van de hele Oosterparkbuurt en omstreken en ik – uiteraard – netjes buiten wacht tot mijn bestelling gereed is krijg een een heuse HAGELBUI op mijn getergde hoofdje. Ik zit op een bankje naast twee meisjes die elkaar vol overgave bepotelen. Eindeloos. Na zo’n drie snikhete droge zomers zou na deze natte lente dat veelbesproken grondwatertekort toch wel eens gecompenseerd moeten zijn, peins ik ter afleiding, terwijl ik tersluikse blikken werp. De hagelbui houdt even plotseling op als hij begonnen. En de rest is flauwekul.


Latente lente #26

(donderdag 20 mei)

Omnipotente lente

Wij kunnen zaterdag gratis naar de finale van het Eurovisiesongfestival via onze contacten en relaties, maar we gaan niet! Wegens een regenboogvlaggenkleurenspectrum aan meningen, nee herstel redenen, die grotendeels samenvallen onder de noemer geen zin, namelijk: (best wel) gedoe, ver (want 010). maar vooral een naar verluidt aldaar gesloten bar wegens de geldende c-beperkingen. Wij gaan gewoon 24 mei 2023 in Amsterdam, na de éclatante overwinning van Davina Michelle van 27 mei 2022 in Parijs! We hebben er nu al zin an en zijn er ons serieus op aan het verheugen door middel van voorpret, maar slaan dit jaar dus wijselijk over want als ik alleen aan het Eurovisie songfestival denk krijg ik al dorst. Een dorst die niet te stillen is met een petflesje spa rood.

Wij wonen namelijk zelf, moet u weten, in Amsterdam lieve lezers, waar wij alles al hebben. Behalve het Eurovisiesongfestival dan (dat geef ik eerlijk toe!). Ik woon zelf in Amsterdam Oost en zelfs alleen in Amsterdam Oost ben ik al van alles voorzien. Ik hoef nergens naar toe want ik ben er al! Derhalve heb ik rijbewijs noch automobiel, want ik hoef toch nergens heen. Alleen als ik op vakantie ga neem ik het vliegtuig maar dat doe ik dan als passagier, want voor een of twee keer per jaar loont het niet om je eigen vliegtuig te kopen, nog afgezien van de vraag waar je zo’n ding de rest van het jaar moet parkeren.

Wat me trouwens is opgevallen is dat dus niemand van mijn lezers is opgevallen dat ik Latente lente #18 – de K-dag episode – gewoon keihard heb overgeslagen. Op enige opmerkzaamheid of alertheid kan ik u helaas niet betrappen: dat valt me wel een heel klein beetje van u tegen. Ik had mijn lezers toch iets hoger ingeschat. Niet veel hoger, maar wel iets en dat terwijl in Latente lente #18 het allemaal gebeurt; het is the onewhere the magic happens! De inzicht verschaffende sleutel tot de diepere laag en betekenis van Latente lente als literair kunstwerk. Maar nee hoor, niemand trekt zijn scheur open. Alles wordt maar als zoete koek geslikt, zoals het de lezer in gebreke laten blijven door de schrijver van een fatsoenlijke, doorwrochte Latente lente #18. Jullie missen wel wat hoor! Latente lente #18 is een beetje het hoofdstuk 14 van Lale Güls Ik wil leven. Maar het is jullie eigen schuld!

Dat dus en zulke dingen van dien aard. Wij gaan zaterdag niet naar het songfestival maar zijn gisteren en eergisteren wel naar de kroeg of eigenlijk naar de respectievelijk belendende terrassen daarvan gegaan, nu dat weer kán en mág. Het was fijn. Het was een weerzien met oude bekenden en de bitterballencultuur. Langzaam mag steeds weer meer, langzaam ontworstelen we ons in deze nog steeds latente lente aan alle beperkingen die het virus ons heeft opgelegd. Ik had daarover tijdens mijn wandeling van zojuist een hele mooie metafoor bedacht, maar die ben ik dus vergeten. We mogen straks nóg meer en ik vraag me af of we al die beperkingen straks stiekem niet een heel klein beetje gaan missen. Nostalgie is iets wat altijd op de loer ligt. Nostalgie is een sluipmoordenaar die in een hinderlaag ligt. Voilá.


Latente lente #25

(zondag 16 mei)

Fervente lente

Intussen is het alweer zondag, de zoveelste zondag waarop de wappies zich formeren. Dit keer op het Malieveld, als ik het goed begrijp. Het Malieveld dankt zijn naam aan het edele maliespel, een primitieve voorloper van het golfspel, dat de Hagenezen al in de zeventiende eeuw op dat veld of althans daar in de buur van beoefenden. En golven moeten we zeker niet verwarren met kolven en dit weet ik allemaal omdat Maarten van Rossem dat vertelde in een talkshow van de mainstream media, waar volgens eerdergenoemde wappies enkel fake news en leugens worden verspreid.

Waarom niet weer eens een ouderwetsch potje malie spelen om plaats van dat zinneloze koffiedrinken en roeptoeteren en verontwaardigd doen en zwaaien met gele paraplu’s? In plaats van zo’n plu een slaghout en gezonde competitie in plaats van een ongegronde en inmiddels wel heel uitgekauwde mening voor de zoveelste zondag verkondigen. Ik vraag me wel eens af waarvoor de wappies het recht op demonstratie misbruiken: wie willen ze nu eigenlijk overtuigen? De boze buitenwereld der slapende schapen of toch vooral zichzelf?

Ongeveer sinds het begin dit jaar, na het invoeren van de avondklok, de avondklokrellen en het massale koffiedrinken tegen de dictatuur. ben ik een officieuze en niet al te happy wappie-watcher. Ik heb inmiddels geconstateerd dat ik lang niet de enige ben. Ik volg mijn wappies via de media en dan vooral online en zeker niet fysiek en ik denk dat dat laatste ook veel beter is: voor de wappies zelf vooral en hun persoonlijke veiligheid. Ik ben lid van en gematigd actief op een tweetal Facebookgroepen die de wappies kritisch volgen, controleren en bestuderen. De eerste heet JA Tegen anderhalve kilometer afstand, een genootschap dat alleen al om die ironische naam het volgen verdient (784 leden). De tweede groep is groter en iets militanter en heet Stop Willem Engel. Herstel,  want nu moet ik niet zelf fake news gaan genereren: Stop Willem Engel is nauwelijks groter (802 leden) leden, maar die leden zijn (wellicht) op dit moment iets actiever en fanatieker.

De leden van groepen als deze – er zijn er nog een aantal – recyclen berichten van wappies die soms aandoenlijk, een enkele keer geestig maar vaker stuitend, pathologisch dan wel krankzinnig zijn (en ook regelmatig racistisch, antisemitisch of anderszins puur haatdragend). Ze hebben nog een gemeenschappelijke noemer: de burger-journalistieke bijdragen van deze wappies bevatten een onwaarschijnlijk grote hoeveel taal- en spelfouten en misdaden tegen de Nederlandse grammatica. Je krijgt de indruk dat de tegenstanders van de covid-maatregelen voor 95 procent bestaan uit functioneel analfabeten.

Ook de wappies hebben zich verenigd in tientallen, nee minstens enkele honderden Facebookgroepen, soms met enkele duizenden abonnees. Via de namen van wappies kom je heel eenvoudig op hun individuele social media-accounts terecht, die je weer voeren naar andere wappie-netwerken en andere individuele wappies. Zo vormt zich een inktvlek van gele inkt die zich steeds en aan alle kanten uitbreidt en je van de ene verbazing in de andere doet vallen. Je hebt wappies die zich nog enigszins aan de realiteit blijven vastklampen, maar ook een ruim aantal dat steeds meer van het padje lijken te dwalen.

Het volgen van de multimediale uitingen uit het rijk der wappies kost mij redelijk veel tijd en is tamelijk verslavend. Ik vraag me wel eens af waarom ik het doe en hoe productief het eigenlijk is (maar dat geldt voor zoveel facetten van mijn leven). Toch blijft dit onverwachte en vooral ongewenste bij-effect van de c-crisis mij fascineren. Het is zowel op een verkeerde manier amusant als bedreigend en levensgevaarlijk. Tegen het c-virus kun je je nog vaccineren, maar tegen de collectieve waanzin van de wappies niet. Op redelijk afzienbare termijn zullen we de gevolgen van het virus in Europa onder controle krijgen, maar dat zijn we nog niet van deze soms vermakelijke dwazen maar vaak ook gevaarlijke gekken verlost. Dat baart me zorgen.


Latente lente #24

(donderdag 13 mei, Hemelvaartsdag en Suikerbeestjesfeestje)

Hoogfrequente lente

Dit zou een hele goeie dag moeten zijn maar was het toch niet, omdat ik me wat verloren voelde, op een of andere manier.

Het zou een heugelijke donderdag moeten zijn waarop de feestdag van de christenmensen Hemelvaartsdag samenvalt met de feestdag van de moslimmensen Suikerfeest (vanaf hier te noemen: Suikerbeestjesfeest, en dit jaar Suikerbeestjesfeestje gezien de covid-regels aangaande de beperkingen van thuisontvangst), een verschijnsel dat maar eens in de vierhonderd jaar voorkomt. Dat heb ik uitgerekend, zij het in bed met poesje LENA aan mijn zijde en zij het niet al te nauwkeurig en enigszins uit de losse pols, dus pin me er niet op vast als ik er wat decennia naast zit en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Daar kunnen we niet aan beginnen zeg, hou op!

Op deze heugelijke Hemelvaartsdag waarop het vasten was beëindigd (het vasten waaraan ik me niet had gehouden, maar tòch!) had ik me voorgenomen even een gebakken eitje te gaan eten op een naburig terras. Normaal kan ik van zulke kleine genoegens des levens genieten, maar deze middag ietsje minder. Het was gewoon zonder te willen zeiken niet zo goed (de mij gepresenteerde uitsmijter had ik thuis zelf beter kunnen bakken) en ook niet sfeervol of prettig. De bediening was wel okay, maar de keuken en de vreselijke monotone lounge-achtige muziek verknalden alles en het moment an sich vooral. Het voorgenomen beloofde biertje na afloop van mij eitje skipte ik en ik rekende netjes af en ging naar huis, naar LENA om samen met LENA in bed uit te rekenen hoe vaak het voorkomt dat Hemelvaartsdag en Suikerbeestjesfeest(je) op één dag vallen. Iemand moet het doen. Ik ben een strijder (haha!).

Het Hemelvaartsfeest (wat strikt genomen uiteraard geen echt feest is, zoals individuele hemelvaarten van personen dat doorgaan evenmin zijn) is in Nederland een officiële vrije dag en het Suikerbeestjesfeestje niet en dat is geen racisme en al helemaal geen islamofobie. Dat is gewoon zo. Voor mij heeft het officiële vrije dag maken van het suikerbeestjesfeestje maar één bezwaar en dat is bovendien ook nog eens van praktische aard, namelijk dat het Suikerbeestjesfeestje niet voor alle moslimmensen (altijd) op dezelfde dag valt, dus dat zou heel ingewikkeld worden allemaal en voor Hemelvaartsdag zal ik te zijner tijd ook een andere naam verzinnen, maar alles op zijn tijd.

Wat ik dus wel al heb bedacht en nou misschien reeds wereldkundig heb gemaakt maar dan zou ik de hele De hunkerwinter-in-wording terug moeten lezen en daar heb ik geen zin in dat is het begrippenpaar cultuurchristen en cultuurmoslim. Een cultuurchristen of cultuurmoslim (definitie) is een persoon die is opgegroeid met bepaalde waarden en geschriften en daarvan afgeleide gebruiken en zeden en die deze waarden en geschriften nog steeds kent en respecteert maar niet (meer) naar de letter naleeft en dat vooral ook niet van anderen verwacht en eist. Als je jezelf daarin kan herinneren ben je een cultuurchristen dan wel een cultuurmoslim. In die zin ben ik een cultuurchristen, zij het eentje van het meest rekkelijke soort. Ik vraag me trouwens ineens af of die begrippen cultuurchristen en cultuurmoslim niet al gewoon bestonden, maar ik ben te lui om dat te gaan googelen. Ik eigen ze me gewoon toe als geestelijk vader ervan.

Dus lieve lezers, een happy Hemelvaartsfeestje en een zalig suikerbeestjesfeestje. Laat u niet uit het veld slaan door een verkeerd gebakken eitje of iets anders dat overkomelijk is. Geniet ervan, want dit maakt u maar eens in de vierhonderd jaar mee! Maak er wat van maar gedraagt u zich en doe niets wat schrijver dezes ook niet zou doen.


Latente lente #23

(woonsdag 12 mei)

Patente lente

(Ver)gisteren was er weer een pestconferentie, maar die was ik dus in het geheel vergeten en ik viel er pas bij thuiskomst na functioneel flaneren over dijken en paden halverwege in, toen Hugo de Jonge aan de beurt was. Mark Rutte bewaart altijd het interessante en belangwekkende nieuws voor zichzelf en als dat dan op is en er begrippen als routekaarten, dashboards en doorstroomlocaties gaan vallen mag Hugo. 

Dat vind ik heel slim van Mark. Iedereen zou een eigen Hugo moeten hebben, voor die klusjes waar je nooit zin in hebt en die dientengevolge blijven liggen. Je Hoogstpersoonlijke Hugo (HH), die net okselfris onder de zonnebank vandaan komt op zijn knappe schoenen. Het probleem met Hugo is dat hij uitstraalt dat hij alles  nét iets te graag wil. Dat is nooit sexy, laat staan effectief. Dat is vooral vermoeiend. Mark geloof ik altijd wel, zelfs als hij liegt en als hij op zijn solide stadsfiets van een degelijk Hollands merk het Binnenhof op komt karren. Maar daar wil Hugo dan natuurlijk weer overheen, qua geloofwaardigheid. Om Mark te overtroeven trekt hij zijn kekste en meest nauwsluitende wielrenkostuumpje aan en klimt hij vervolgens ook op een rijwiel, maar dan op een racefiets (waarschijnlijk van een exclusief en overpriced Italiaans merk, maar daar heb ik geen verstand van). Dat moet je niet doen als je onomkeerbaar een bepaalde zekere leeftijd hebt bereikt. Mijn advies is: wees geen Hugo, maar een Mark! Ik wil dat op mijn koffiemok! Dan zal je altijd en onder de moeilijkste omstandigheden overleven, krijg je op de koop toe een HH voor al je opgewarmde primeurtjes van dertien in dozijn die niet helemaal goed meer zijn en dan krijg je nog iets. Die felbegeerde ‘IV’ achter je achternaam in de geschiedenisboeken waar jij zo dol op bent. Dat zie ik Hugo voorlopig nog niet doen. Dat dus.

Ik vraag me trouwens al deze ganse woonsdag gehaktdag af wat nou het gebarentaalgebaar voor ‘sekswerker’ is (en wie dit echt leest en als eerste in de comments de kortingscode ‘HH’ post – en wel voor ik LL #24 online – gooi tracteer ik op twee bier en mijn vermoeiende gezelschap op een terras naar eigen keuze in Oost: dit bij wijze van lezersonderzoek).

Enfin. Ik bekeek na thuiskomst de pestconferentie heel serieus weer helemaal vanaf het begin, met behulp van mijn mediabox-kastje, en zoals altijd merkte ik dat mijn aandachtsspanne na zo’n tien à vijftien minuten verslapte, zeg maar zo ongeveer op het moment dat Hugo aan het woord kwam. Hugo heet namelijk niet voor niet De Jonge, want dat is hij toch in eerste plaats: nog een jongen. Maar een aardige jongen, zou Nescio vinden en dat zou ik beamen en er dan aan toe willen voegen een aardige jongen van 43 op mooie schoenen, waar hij net iets te vaak naast loopt en die de veel degelijker schoenen van Mark nog niet eens mag poetsen. En of het zijn van een aardige jongen genoeg is om een land uit een pandemie te slepen vraag ik me af.

Nee, wij kunnen en zullen nog voor veel dingen bang zijn komende jaren, maar niet voor de komst van respectievelijk een kabinet De Jonge I, De Jonge II, De Jonge III en De Jonge IV. Mark (sic!) my words.


Latente lente #22

(zondag 9 mei)

Contente lente

Intussen krabbelen we langzaam uit deze ongekende crisis. Tenminste, daar ga ik toch maar een beetje van uit. We zijn er nog niet, maar we hebben hopelijk het ergste achter de rug. De vaccinaties beginnen hun vruchten af te werpen. In Europa althans, Wat betreft Zuid-Amerika, grote delen van Azië en ongeveer heel Afrika houd ik mijn hart vast.

En alsof de duivel ermee speelt of eigenlijk de Engel (want als je een Engel hebt dan heb je geen duivel meer nodig!) heeft het sinds het einde van de avondklok en het openstellen van de terrassen op 28 april alleen maar geregend, met als gevolg dat ik tot hedenmiddag maar twee keer een hoofdstedelijk terras heb bezocht en dan ook nog eens bij mij om de spreekwoordelijke hoek van de straat. Ja, bij die reuzenmoorkop inderdaad!  Ik wilde een latte macchiato bestellen want dat vind ik des middags altijd wel gezellig en feestelijk en een klein cadeautje, maar ik kon niet meer op die naam latte macchiato komen. Ik wist het gewoon niet meer, tot twee keer toe nog wel! Dat zegt behalve iets over de staat van mijn geheugen nog veel meer over de langste horeca-sluiting sinds de Tweede Wereldoorlog en dat is de enige toegestane verband dat je tussen de c-crisis en de oorlog mag maken: dat u dat weet met uw gele plu en totaal gebrek aan historisch besef en goede smaak en zo dwaal ik ongewenst toch weer af naar het duistere rijk der complotdenkers en andere wappies, al wil ik dat niet en het is half zes zeg dus moet ik snel zijn wil ik … en ja natuurlijk wil ik dat. Ik wil altijd wel en op elk moment!

Dus haast ik me in het laatste half uur van deze zondagmiddag in de late latente lente over de straat vernoemd naar de Zweedse botanist naar het eerste de beste terras waar nog een plekje vrij voor me vrij is. Dat behoort toevallig of niet toe aan het etablissement waar ik met M. half oktober (!) op die befaamde dramatische laatste avond dat het nog mócht uit eten ging om vooral nog even zoveel mogelijk buitenshuis te kunnen borrelen.

Het voelde als thuiskomen en het smaakte echt anders dan bij mij op de bank of bij iemand anders aan de keukentafel uit een blikje of flesje: een wereld van verschil. Nee, het voelde niet als thuiskomen. Het was het.


Latente lente #21

(maandag 3 mei)

Efficiënte lente

Op K-dag gaf mijn vaatwasser de geest. Dat zal je altijd zien en die dag heet natuurlijk niet voor niet zo.

Dat ding had ik ooit tweedehands gekregen van mijn vrienden S. en O., ik meen al in 2008. Ze was dus stokoud (want een vaatwasser is vrouwelijk). Ik heb wel eens gekscherend beweerd dat dit het mooiste cadeau is dat ik ooit heb gekregen, maar stiekem was dat ook echt waar. Ik wilde er nooit een want ik vond het decadente onzin, zogenaamd. Maar ik was snel ‘om’. Ik denk al binnen een halve dag of een wasbeurt.

Na twee dagen rouw bestelde ik gewoon een nieuwe, online en zonder ook maar een bezoek aan een fysieke winkel te doen of zelfs maar te overwegen (hoewel dat sinds vorige week weer mogelijk is).

Weer vier dagen daarna werd dat ding nog bezorgd ook. Vandaag dus. Dat zeg ik wel zo luchtig, maar zo makkelijk ging dat natuurlijk niet.

Allereerst had ik tijdens de bestelprocedure de volgende vraag moeten beantwoorden:

Van de straat tot mijn eigen voordeur komt de bezorger geen traptredes of opstapjes hoger dan 10 cm tegen.

Deze vraag zou ik op zich nog wel in een open dialoog kunnen beantwoorden, maar ik kon slechts kiezen tussen twee hermetisch gesloten opties: ‘ja’ of ‘nee’.

Ik heb er zeker vijf minuten over nagedacht. Ik woon vier hoog, moet u weten. Geen lift. Dat betekent dat de bezorger dus WEL traptredes of opstapjes tegenkomt en in dat geval zou ik dus die ontkennend geformuleerde vraag met NEE moeten antwoorden. Denk ik. Vermoed ik. Zes jaar Nederlands gestudeerd maar toch twijfelde ik over het het enige juiste antwoord. Dat doe ik trouwens nog steeds.

Ik stelde me voor dat er vandaag zou worden aangebeld en dat er dan een heel schriel meisje van een jaar of 22 dat nog geheel nieuw was in deze business bibberend van de kou in ons portiek zou staan, vier etages en acht trappen lager. Met zo’n lullig steekkarretje met daarop heel één in glanzend folie verpakte loodzware vaatwasser. Dan zouden we een probleem hebben. En dat was allemaal de schuld van de copywriter van de marketingafdeling van de firma van alles voor een glimlach. 

Ik heb er slecht van geslapen.

Maar vanhedenmorgen werd er netjes aangebeld en ook nog eens keurig binnen de begrenzing van het vooraf gedicteerde tijdslot 10:30-11:30. het was een menerenstem en ik opende de poort en een onwaarschijnlijk korte tijdsspanne later werd er nogmaals aangebeld en stonden ze dus al voor mijn voordeur, weliswaar enigszins buiten adem maar alleszins gezond en wel. Een potige donkere jongen die zijn enorme bos haar in zo’n rasta-netje droeg en een iets minder potige bleekhuidige jongen.

Ik had netjes al wat ruimte gemaakt en de oude dame stond sinds gisterenmiddag afgedankt op de gang. Die zouden ze straks weer meenemen. Het inclusieve aansluiten was nog een heel gedoe. Ik vroeg ze hoeveel van deze apparaten ze deze maandag zouden afleveren. ‘Vandaag staat de teller op 22’, zei de potigste optimistisch. Ik zag de illusie dat ik vorige week hard gewerkt had al voor mijn neus vervliegen.


Latente lente #20

(dinsdag 4 mei)

Eminente lente

Het is 4 mei, voor de tweede keer gedurende De situatie, in de derde golf vanhet c-tijdperk. Voor alles is een tweede keer. It’s never as good as the second time. Voor het eerst sinds jaren ben ik op deze altijd wat ongemakkelijke en beladen datum niet thuis, maar uitgenodigd voor een bescheiden en coronaproof redactieborreltje. Het is in de Jordaan, op luttele honderden meters van de Dam ook nog eens, met Willem-Alexander en André van Duin. Maar het is koud en guur helemaal niet latente lente-achtig; de koudste en kilste 4 mei zolang ik me kan herinneren, al kan ik me nooit zo lang dingen herinneren. Ondanks alle waarschuwingen kan ik het in een keer vinden. Een unicum: het mag wel in Het Parool. Ik heb wekker van mijn mobiele telefoon op 20:00 uur gezet.

Een relatief koude hunkerwinter, gevolgd door een bij vlagen eveneens zeer koude latente lente, alsof de duivel ermee speelt, of de Engel. Nee, liever niet de Engel: de Engel is de duivel. Dat reken ik dan wel weer goed!

De Engel die, zo bleek gisteren, weer allerlei onsmakelijke en vooral smakeloze plannen heeft voor morgen, op bevrijdingsdag. Hij wil niet de vrijheid herdenken, maar einde van onze vrijheid in 2020, of woorden van even belachelijke en stuitende en stupide  strekking en hij wordt door de Hond en door zijn persoonlijke Lucifer, ene Mordechai die zichzelf liefkozend Morrie noemt. Ik noem hem liever liefkozend vuile klootzak. Ik zag hem laatst in dat uitstekende programma van Filemon, die niet met hem wilde knuffelen. Ik geef Filemon groot gelijk: ik wil ook niet met Moredechai knuffelen. Ik knuffel nog liever met de vader van die kinderen uit Ruinerwold en ik typte laatst, in een andere context, de achternaam van Mordechai en typte toen ‘Krijspijn’. Dat was een typo maar een gelukkige typo, Krijspijn. Die houden we er in! We houden het maar zo: ‘En we noemen hem Krijspijn.’  

Krijspijn en de Engel, voor al uw feesten en partijen. Krijspijn die het op een of andere manier voor elkaar krijgt nog griezeliger en fouter te zijn dan die sekteleider met het rastahaar en het messiascomplex Zelve. Juist dat Schorrie-Morrie doet voorkomen dat het zo redelijk is wat hij allemaal verkondigt en dat hij ‘verbinding’ zoekt maakt hem zo dood- een doodeng. En hij is ook dansleraar. Wat is er toch met dansleraren?

Maar de club is nog niet compleet: de Hond, de Engel, Krijspijn. Er moet nog een meisje bij en dat meisje heet Anna Zeven. Het is wel een beetje een oud meisje en of ze echt zo heet daar ben ik nog niet achter. Wie heet er nou in hemelsnaam Anna Zeven? En waar Zijn Anna Een, Anna Twee, Anna Drie, Anna Vier, Anna Vijf en Anna Zes dan gebleven? Vragen, vragen. Anna Zeven staat op plek één op de lijst van Lijst 30 en de Engel staat op twee. Het oude meisje Zeven doet het – naar verluidt – met Krijspijn en misschien af en toe ook wel met de Engel Zelve. Het zou me niet verbazen en wie zal het zeggen? In Max, Mischa en het Tet-offensief van Johan Harstad komt ook een Mordechai voor maar die gaat tenminste nog gewoon dood. Die wel. Wie weet heeft koning Krijspijn als een soort Hendrik VIII die vorige zes Anna’s opgepeuzeld of laten onthoofden. Arm Meisje Zeven. Je zou bijna medelijden met haar krijgen. Bijna.

We zijn toen de wekker ging even stil geweest op het coronaproof privé-terrasje, dat er uit ziet als een balkon maar eigenlijk een piepklein verandaatje is. Er kwam een maaltijdbezorger voorbij op een fiets, en verder was het stil. We hebben de hele avond netjes afstand gehouden. Nu ben ik onderweg naar huis. Het regent dat het giet en het heeft zelfs even gehageld en het is striemend teringkoud. Het touwtje van mijn mondkapje is op de heenweg gebroken en ik heb geen reserve. Ik neem afscheid van mijn collega M. Het is 4 mei 2021 en André van Duin drinkt vast warme chocolademelk met slagroom in het paleis op de Dam met de koning, de burgemeester, Maxima en mevrouw Verbeet.