Maandelijks archief: februari 2021

Latente lente #02

(vrijdag 26 februari 2020)

Resistente lente

Intussen gaat het dagelijks leven en lijden gewoon door, zij het een paar versnellingen lager en met een slakkengangetje. De mogelijkheden zijn beperkt in de latente lente, waarin ik nog steeds rondloop in een (lange) winterjas omdat ik niet het type ben dat aan ‘tussenjassen’ doet. Het idee alleen al! Daar ben ik veel te ongeorganiseerd en te onpraktisch voor. 

Maar ik liep dus wel over straat met de zon in mijn knopen, om maar even een bekende Amsterdams-Zaanse dichter te citeren, toen ik lang een zeg maar kantoorboekhandelslashkiosk liep en ik zag in dat die gewoon open was voor jan publiek. Ik herinnerde mij dat ik nog een kaartje moest kopen want dat was tot dusver nog niet gelukt, ook online niet, dus ik besloot een poging te wagen, zocht er een uit en liep naar de met veel plastic en allerhande folie afgeschermde toonbank. Ik keek de verkoper vragend aan en die schudde zijn hoofd. Ik wilde al rechtsomkeert – is dat een woord? – maken en liet me een onschuldig ‘het is nota bene een beterschapskaart’ ontvallen, niet boos dus of verontwaardigd maar gewoon constaterend en toen wenkte hij me. Ik mocht de kaart heimelijk afrekenen dat vond ik tof en ontroerend zelfs en ik bedankte hem daarvoor, twee keer zelfs en toen wenste hij me nog sterkte ook. We hadden samen een illegale daad bedreven voor een goede zaak en dat gaf toch een beetje het gevoel dat ik in het ondergronds verzet zat. 

Eind goed al goed zou je zeggen en dat was ook zo maar deze onaanzienlijke doch fortuinlijke gebeurtenis kreeg nog een piepklein staartje toen ik de kaart vlak voor spertijd op de bus deed. Ik wilde nog snel een paar boodschappen doen bij een van de drie megasupermarkten alhier op drie steenworpen afstand. Mijn mandje bevatte onder andere een flesje rosé, want daar had ik ineens zin in, maar deze druiven zouden gisterenavond mijn smaakpapillen nooit bereiken, want spreekwoordelijk zuur zijn. Het was een Mezzacorona Pino Grigio nog wel: Mezzacorona, vat u hem? De moed er in houden met flauwe practical jokes en af en toe een klein glaasje of tweeënhalf. Maar de kassière wees me er helaas resoluut doch vriendelijk op dat het te laat was voor zulke jolijt en liederlijkheid en nam de godendrank streng in beslag. Inderdaad te laat, want 20:07 vertelde de kassabon mij bij thuiskomst en om 20:00 begint elke avond de Grote Drooglegging in Amsterdam Oost, Noord-Holland en elders, een uur voor de avondklok ingaat. Ik had er vrede mee omdat er ergere dingen zijn, veel ergere.


Latente lente #01

(donderdag 25 februari)

Clemente lente

Een dame (uit Suriname, zo blijkt later) strijkt met een hand door heur haar en zegt: ‘Ik zit je niet te versieren hoor!’ We zitten op een van de lullige stenen bankjes bij die lullige fonteintjes bijna aan het einde van de Javastraat. Het is de vierde dag van de latente lente dag, 73 van de lockdown XXL en dag 34 van de avondklok (maar zo laat is het nog lange niet..). De hunkerwinter is voorbij; dood en begraven en ligt bladzijden achter ons. Wij rechten de rug, fier. We are the people from Amsterdam-Oost.

Ik babbel nog wat met de naamloze dame uit Suriname maar om me te laten versieren heb ik geen tijd, want ik moet doorrr.. Ik moet dingen doen, een latente lente lang: 33 afleveringen beleven en schrijven en nog wat andere dingen. Ik wil best uw leidsman zijn, ofschoon niet gespeend van enige gezonde tegenzin. Ik neem u bij de hand, op weg naar die verdomde summer of love maar ik heb er een hard hoofd in hoor! Ik ben een beetje moe, wil met vakantie naar een eiland maar dat duur minimaal nog maanden en misschien wel een half jaar of nog langer, dus het is even behelpen, roeien met de riemen etcetera, etcetera. Ik voer u over die lange Javastraat terug – oh lezer! – naar de markt voor een loempiaatje bij onze loempiaman en je kunt zeggen van die Vietnamezen wat je wilt maar voor een beetje loempiabakken komen ze hun bed wel uit. Jazeker wel! Of is dat racistisch?

(Intermezzo: Iets vlug en haastig en provisorisch doen in de huishoudelijke sfeer om zo wat  tijd te winnen waardoor het misgaat en de hele flikkerse bende naar beneden komt inclusief hoe heet zo’n dingetje en vervolgens vloekend en tierend de schade zo goed en zo kwaad als dat gaat herstellen zodat het uiteindelijk allemaal veel langer duurt en die tijdwinst uitdraait op tijdverlies, the story of my life..)

Daarna nog even zelf naar bed met Lale Gül en C.C.M. Carlier (echt waar: pp. 109 resp. pp. 23!). Een plug, bedoelde ik. Ja, het is goed toeven in bed en het is nog beter wakker worden naast het poesje L dat als een verstekelingetje aan boord van mijn slaapsponde is geklommen op weg naar dromenland en met haar scherpe nageltjes en lief tegen me aangevlijd ligt te chillen, baby. Daar kan geen mevrouw van Surinaamse komaf tegenop en bovendien: degene die je echt wil kun je niet toch niet krijgen of is doorgaans al voorzien van ander manvolk en met minder genoegen nemen is altijd een beetje behelpen en zo’n gedoe.


De hunkerwinter #33 (slot)

(Zondag 21 februari, 59e kerstdag)

Het weermannetje

Sinds mijn vroegste jeugd heb ik een fascinatie voor zekere vormen van kitsch. Die van koekoeksklokken, weerhuisjes en jodelmuziek onder andere. Ik ga nog steeds liever naar de Action dan naar het Stedelijk.

Voor de jongste lezertjes die wel een museumjaarkaart hebben maar de Action voorbij lopen zal ik even uitleggen wat een weerhuisje is. Een weerhuisje is een eenvoudige hygrometer, heeft de vorm van een soort Hans en Grietje-huisje en stamt oorspronkelijk uit de omgeving van het Zwarte Woud. Twee poppetjes – een mannetje en een vrouwtje – zijn door middel van een stukje schapendarm aan elkaar verbonden en reageren op de luchtvochtigheid van de omgeving. Als het vrouwtje naar buiten komt gaat de zon schijnen en als het mannetje verschijnt gaat het regenen.

Het is dag 63 van de astronomische- en dag 83 van de meteorologische hunkerwinter en dag 69 van de verzwaarde lockdown XXL en alweer dag 30 van de avondklok. Die laatste inperking van mijn vrijheid is het minst bezwaarlijk en vereenzamend. De enige mogelijke versoepelingen van het regime zijn niet eerder dan over ruim een week te verwachten, maar stelt u er alsjeblieft niet te veel van voor. Ik hoor zojuist as I write dat de avondklok vanaf 2 maart drie weken wordt verlengd. Maar we mogen wel weer naar de kappert! Tot zover de administratie van de hunkerwinter en waarvan akte.

Vanmiddag vond ik een website waar je koekoeksklokken en weerhuisjes kon bestellen, maar ik heb me ingehouden. Er zijn grenzen van esthetiek en betamelijkheid waaraan zelfs ik me houd. Geen bestellingen dus, maar wel genoot ik van de tweede dag op rij die die zich niet anders laat omschrijven dan als het begin, het prille begin van iets.. Tijdens mijn eerste wandeling betrapte ik me er op dat ik mijn lange winterjas steeds weer geheel onbewust, ja welhaast instinctief dichtknoopte. Ik maakte een korte tussenstop om dat ding in mijn fietsenbox te dumpen om daarna te ervaren hoe het ook alweer voelt, zo met zonder jas. Toen ik voor de tweede keer thuiskwam zag ik mijn buurvrouw N haar fiets op slot zetten terwijl ze geheel omzwachteld was door iets wat leek op de grootste gebreide wollen sjaal die ik ooit had gezien. Wij moeten er allemaal nog een beetje aan wennen, op deze wonderschone 59e kerstdag.

Dat ik dat weerhuisje niet heb gekocht is geen reden om de handschoen niet op te nemen. Laat mij dan maar het weermannetje zijn. Ik stond vanmiddag even op mijn balkon en dacht toen dat ik gezien de zon eigenlijk naar binnen moest gaan. Daarna vroeg ik mij af: maar waar is het weervrouwtje? Waar is die schapendarm die ons verbindt?

Als weermannetje van dienst verklaar ik deze dag als laatste van mijn mythologische hunkerwinter. Het is voorbij. Vanaf nu bewegen we ons naar het licht. Tevens verklaar ik dat ik kerstdagen zal blijven tellen tot òf de Action in Oostpoortje, òf het terras van de Kwekkeboom open is. Jingle bells, jingle all the way! Soms moet je gewoon een daad stellen. En morgen is de eerste dag van de latente lente..


De hunkerwinter #32

(zaterdag 20 februari)

De avondklokkronieken (5)

16:57 En toen en toen en toen brak ineens de lente uit! Exact twee weken geleden, op een gelijksoortig zaterdag als vandaag in Amsterdam-Oost, Noord-Holland, was ik met vele naamloze anderen in afwachting van de komst van de sneeuw en nu dus ineens de lente. Twee houtduiven scheerden schielijk boven de binnentuin, dus er hing ook nog eens liefde in de lucht. Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? ‘De buren aan de overkant hebben een feestje. Dat begint al in de late ochtend dan wel de vroege middag, daar wil ik even afwezen. Jonge mensen vooral in het zwart gekleed, op een blondine na die het op groen houdt. Zwart is het nieuwe – uh, nou ja..  – het nieuwe zwart zeg maar en ze drinken daar bier bij uit lichtblauwe blikjes, houden geen voorgeschreven afstand tenzij ze ineens allemaal tot hetzelfde huishouden behoren wat me onwaarschijnlijk lijkt en roken sigaretten. Het ziet er heel normaal uit, op een manier waarop alles een jaar geleden normaal was. Ik ga ze niet aangeven. Dat is niet mijn stijl. Slechts als er een meneer bij was met dreadlocks en in een kabeltrui die tussen hen in had staan oreren over microchips en aërosolen had ik met liefde de heilige hermandad gebeld en als er dan nog een gummiknuppel over was had ik ze graag met daadkracht bijgestaan maar nu dus niet en dat roken, ach, dat is natuurlijk ook niet echt goed voor de persoonlijke volksgezondheid maar dat heb ik tot vijf jaar en vier maanden geleden zelf ook met veel genoegen en volle overgave doch steeds minder overtuiging gedaan, tot ik er voorgoed mee ophield.

16:59 Wie echt zijn geest wil verruimen en wat wil meemaken en van de wereld wil zien gaat niet op wereldreis, maar blijft thuis voor het venster zitten.

19:46  Ik zal straks – Deo volente – het zaterdagavondstofzuigen wat ik vorige week heb uitgesteld inhalen. Poesje L houdt niet zo van het geluid en het gedoe van zaterdagavondstofzuigen en zijn baasje/staff & crew net zo min. Voorts ben ik van mening dat uitstellen van zaterdagavondstofzuigen opgenomen dient te worden in de lijst van nationaal immaterieel cultureel erfgoed.

20:49 Mijn avondwandeling voor spertijd voerde mij naar de Weesperzijde en weer terug. Ja, zo kom je nog eens ergens met je goeie gedrag en je ziel onder je arm, helemaal in stadsdeel fokking Zuid nog wel, dus dattu niet denkt dat ik alsmaar in Oost zit te verpieteren en te kniezen. De Weesperzijde leek wel een stadsstrand met tientallen, nee honderden voornamelijk jonge mensen die virtueel-want-echt-nog-veel-te-koud aan het pootjebaden waren aan de kade of in gedisciplineerde rijen voor de to go-etablissementen stonden te ouwehoeren. Aan de ene kant onwerkelijk en zorgwekkend maar aan de andere kant begrijpelijk want je moet toch wat , na bijna een jaar onder het juk van het c-woord te hebben geleefd, op deze eerste officieuze lentedag van de eerste hunkerwinter. Heuse picknickkleden en de meesten met glazen of flesjes of blikjes in de hand tijdens het staartje van deze spontane zamibo. Ik keerde ras via de omgekeerde route op mijn schreden terug en toen viel op dat de sfeer al wat losser was. Mensen omhelsden en besprongen elkaar, vielen in andere armen en er werd heus gekust en dat is waarschijnlijk nou juist het probleem.


De hunkerwinter #31

(woonsdag 17 februari)

De avondklokkronieken (4)

Er gebeurde een en ander, afgelopen twee hunkerdagen, doch ook weer niet zo gek veel om over naar huis te schrijven.

Ik ging naar de tandarts gisteren en dat was zowaar een uitje. Zo kom je nog eens ergens! Het is ongeveer de enige openbare plek in Amsterdam Oost (Noord-Holland), waar je nog ongestraft geen mondkapje mag dragen. Over die tandarts of eigenlijk mondhygiënist wellicht een andere keer meer. Toen ik thuis kwam bleek er een rechtszaak gaande tegen de overheid, die werd gewonnen door een engel en zijn advocaat van de duivel en toen tekende diezelfde overheid hoger beroep of een kort geding aan of zo en de rechter die toen dienst had werd gewraakt door diezelfde advocaat, met instemming van de engel in de kabeltrui. Een heuse klassiek-bijbelse wraakengel dus. Waar ik zei ‘overheid’ moet zijn ‘staat’ en waar ik zei ‘kort geding’ moet zijn ‘turbospoedcassatie’. Stop de tijd, ik zet twee nee ik zet drie jokers in. ‘Als voorzitter ondersteun ik dit’, had de engel net iets te gretig en gulzig over die wraking gezegd tegen de rechtermevrouw. Je zag dat hij en de advocaat het zo hadden afgesproken en gerepeteerd, misschien wel voor de spiegel. Je zag dat de engel er echt van genoot. Hij glimlachte en vouwde zijn dansarmen tegen zijn kabeltrui. Maar die wraking werd afgewezen door de wrakingskamer. Het vonnis werd geschorst en de engel praatte respectloos door de rechtermevrouw heen. Wordt vrijdag vervolgd.

De engel in de kabeltrui schoof nog dezelfde avond aan bij Op1. Hij was zo blij als een kind, dat kon je zo zien. Hij mocht eindelijk met de andere grote mensen meepraten en hele stoere dingen roepen, bijvoorbeeld over de lege ic’s in Nederland en genmanipulatie en microchips in vaccins. De kabeltrui begon al een beetje te rieken, merkte ik dwars door mijn flatscreen heen.

Het was een lange avond met veel tv en andere schermen en zonder alcohol. De volgende dag – vandaag dus – na een onrustige, korte nacht fietste ik naar de redactiezolder. Daar had ik iets te 44 met aardbeienvlaai maar daarmee was onderweg iets misgegaan en dat feestje liep voor de rest ook een beetje in het 100 . Ik deed een interview op gepaste afstand met auteur HH (v) waar ik middelmatig tevreden over was, maar dat ik nog wel kan redden op de montagetafel zoals altijd, zoals altijd ja, meneertje.

Daarna: een korte, informele nabespreking; een wandeling, aansluitende late lunch en vroeg tukje met poesje L, vanavond officieus omgedoopt tot poesje L. Ook daarover later wellicht meer.


De hunkerwinter #30

(maandag 15 februari)

Sne[e]u[w]

11:21 De sneeuw die nu sneeuwt is vloeibaar als tranen. Het is een beetje een anticlimax. Maar je zou het met een beetje misplaatst optimisme ook als het begin van het einde van de hunkerwinter kunnen zien. De deur naar het balkon staat een open. De raciaalneutrale huisgenote van bijna een jaar is nog steeds huiverig voor de onportugese hoeveelheid sneeuw.

12:41 Laten we er niet omheen lullen. Het dooit als een malle. Die hele Elfstedentocht zat er ook zonder het c-woord niet in. Misschien is dat een troost: een schrale. Intussen wacht ik noodgedwongen (maar niet geheel tegen mijn zin) op de komst van alweer een loodgieter. Wat betreft de professionals uit de installatietechnologiekunde is het hier een komen en gaan. 

15:18 Nog steeds geen loodgieter. Aan handen en voeten gebonden houd ik me bezig met allerhande kutklusjes van voornamelijk administratieve en juridische aard. Ik maak me een keer boos. Het maakt me rusteloos.

15:29 Waar is de loodgieter? Daar is de loodgieter! Met twee man sterk zelfs!

15:34 En daar is de loodgietersbrigade alweer vertrokken. Een klusje van nix, dat ik zelf ook wel had kunnen fiksen. Ik schaam me enigszins. Met iets meer organisatie en vooruitziende blik en vooral gezond verstand – drie eigenschappen waar ik niet bovenmatig over beschik – had ik dit oponthoud kunnen voorkomen. Maar gelukkig vonden ze het niet erg en zo heb je nog eens mensen over de vloer en zie je nog eens iemand! En ik houd nog mensen aan het werk ook..

18:46 De ambivalente. Is dat niks? De ambiva-lente!

21:04 Het dooit als een dolle. In de vooravond wat stappen gemaakt en op de valreep – het woord zegt het al! – toch nog tot twee keer toe bijna onderuit gegaan in het swingend winkelcentrumstadshart van Oostpoortje. Alles verdwijnt als sneeuw voor de ambivalente zon. Aan de ene kant jammer maar stiekem ben ik ook wel een beetje opgelucht.

23:40 Ik heb nooit overwogen me op te geven voor First dates maar nu denk ik: dan kom ik er weer eens uit! Dan kan ik ‘op’ café of naar een restaurant. Legaal nog wel. De blijmoedige doch nietszeggende tegeltjeswijsheden over de liefde van Ser!-gi!-joo! aanhoren. En dan het kistje, voor mijn finale kistje komt. Maar bovenstaande is naar alle waarschijnlijkheid wel een heel slechte en bedenkelijke motivatie om op date te gaan. In plaats van mij aan te melden voor First dates blijf ik met het poesje op het bankje zitten  De laatste sneeuw smelt intussen weg. Morgen zal wel alles verdwenen zijn. Dat is dan wel weer een beetje sne[e]u[w].


De hunkerwinter #29

(zondag 14 februari, 52e kerstdag)

Sneeuwklacht

Ik hou van dingen die beheersbaar zijn. Oplosbaar door middel van een doelgerichte schakeling van praktische stappen. Picture this, two weeks ago. Het doucheputje liep niet meer goed door. Het is maandag en ik bel de woningbouwvereniging, die me het nummer geeft van een loodgieter. Ik bel de loodgieter en spreek een dagdeel af. Twee dagen daarna gaat de bel. Niet heel verrassend maar wel gelegen is het de loodgieter van dienst, gewapend met een soort rioolstofzuiger met een lange slurf. Binnen tien minuten is het probleem drastisch verholpen en vertrekt de loodgieter weer. Iedereen blij, alle representanten van deze kleine Hollandse klucht: de loodgieter, de woningbouwcorporatie, niet in de laatste plaats ikzelf en waarschijnlijk ook mijn  benedenburen en waarschijnlijk ook het doucheputje, in hoeverre doucheputjes blij kunnen zijn.

Dat probleem was dus oplosbaar. Maar helaas geldt dat niet voor alle kleine hindernissen in het concours humanique dat Leven heet. Er zijn ook apparaten op de markt en bij jou op het c-proof (thuis)kantoor die bedoeld zijn om jou te martelen en je breekbare levensgeluk te decimeren. Die apparaten heten printers. 

Twintig jaar gelden waren dat nog vrij simpele, brute machines, maar ze hadden een voordeel: ze werkten doorgaans wel. Hoogstens liep het papier wel eens vast een daar had jezelf een heel hip woord voor: paper jam. Maar tegenwoordig is de nieuwe generatie printers smart. Zìj wel. Dat klinkt bedrieglijk goed, maar is het niet. Smart houdt in dat deze printers met andere apparaten kunnen communiceren, zoals desktops, laptops en zelfs mobieltjes. Het lijkt wel of ze beter met collega-technologie kunnen communiceren dan met ons, armzalige, sterfelijke humane stakkers. 

Als alles werkt tenminste en vaak is dat niet het geval. Dus ben ik veertien dagen geleden twee opeenvolgende dagen telkens minstens twee niet declarabele uren van mijn eindige mensenleven bezig geweest met het weer aan de praat krijgen van die ellendige printer, zonder enig resultaat. Wel vond ik het nummer van de telefonische helpdesk van de fabrikant. Wat ik vervolgens niet belde. Ik liet het maar even zo.

Bovendien had ik de printer du moment van mijn vergeefse pogingen niet eens echt nodig. Maar ik erger me aan apparaten die braaf staan te glanzen in mijn werkomgeving maar het dus niet doen. Nou ja, het  instrument op mijn schijftafel is voor Het Nieuwe Poesje (L) wel degelijk een mooi uitkijkpostje annex podiumpje (catwalk, sic!). Dat is ook wel weer gezellig. Maar toch niet waar ik het ding nog geen half jaar geleden voor aangeschaft heb. Dat was nota bene om mij de zekerheid te geven dat ik deze zomer rond middernacht één enkel printje kon trekken van een onmisbaar documentje. Eentje!

 En volgende week gaan we een nieuw plan c, plan d of plan e in de steigers zetten om dat ellendige ding alsnog aan de praat te krijgen. Zo is er altijd wel wat, maar niet altijd iets dat per definitie goed of nobel is. Een worsteling is het. En ja, die brievenbus van me bleef ook deze ijzige en besneeuwde Valentijnsdag opnieuw angstaanjagend leeg zoals dit lege hart, altijd, maar misschien kompt dat omdat het zondag is.


De hunkerwinter #28

(donderdag 11 februari)

De slag om het Museumplein (2)

Ik houd me onledig met het oplossen van kleine problemen van zowel technische als administratieve aard. Ik ben als zzp’er namelijk mijn eigen office manager en toiletjuffrouw soms ook! Soms lukt dat troubleshooten niet en een enkele keer wel. Het gekke is dat als het wèl lukt en ik probleem X kan tackelen en vervolgens afstrepen (nog steeds met paars!) er zich vrijwel onmiddellijk een nieuw probleem aandient. Dat schiet – netto – dus niet zoveel op. Het frustreert me, al deze niet-declarabele stiefkwartiertjes en uurtjes die me van het echte werk afhouden. Dit bij wijze van inleiding en geheel terzijde.

Laten we terugkeren naar het plein, althans, metaforisch en imaginair. ik ben er natuurlijk niet geweest en evenmin van plan voorlopig op het Museumplein te komen, vandaar. Als eenvoudige niet al te hard werkende oudere volksjongen uit Amsterdam Oost heb ik daar niet zoveel te zoeken en het is bovendien niet zo mijn plein. Geef mij maar het Kastanjeplein: lekker dichtbij en nauwelijks demonstranten. Plein maar fijn, sou je kunnen seggen. 

Wat ik echter wel gedaan heb is eeneen inventaris maken van wat daar er allemaal zo rondliep: een nogal wonderlijk en bont amalgaam van mensen van diverse pluimatuur. Laat ik ze proberen op te sommen en ja, ik ga ongetwijfeld groep(ering)en vergeten. Ik hoop dat die zich niet gepasseerd en genegeerd voelen. Bij voorbaat mijn excuses voor mijn onvolledigheid.  Allereerst oprecht bezorgde redelijke burgers, vooral uit kringen van de horeca en middenstand en daarnaast vago’s; mensen van de uiterste linkerkant van het politieke kleurenspectrum; yoga-achtige antroposofische zelfgebreide types, maar ook lieden van het uiterste rechterkant van datzelfde politieke spectrum, zoals traditionele old skool racisten en pure antisemieten; ouwe hippies, warrige types, Ruigoordrelicten; boze witte mannen van een zekere leeftijd vaak voorzien van rood-wit-blauwe vlaggetjes; klassieke en nieuwerwetse complotdenkers en complotdenkers die zich – en dat zijn de allerergste! – compleetdenkers noemen (maar zo noemen ze zich alleen zelf en niemand anders!); mensen uit de homeopatische hoek, kwakzalvers, piskijkers en andere zelfbenoemde mensendokters zonder geldig diploma, christenen en dan vooral van het evangelische new born-achtige veel te blije soort; voetbalhooligans, andere vandalen, zich vervelende pubers, andere lieden die kicken op geweld, zelfbenoemde ‘burgerjournalisten’, zoons van volkszangers van het tweede garnituur die Dave of Donny heetten, accordeonisten van het derde garnituur; Marianne Zwagerman; compleetdenkende protestzangers uit Amsterdam Noord van het vijfde garnituur, goedwillende en op zich heel lieve maar naïeve en misleide oude meisjes van vijftig plus met veel sieraden; assertieve en al dan niet geblondeerde hockey- dan wel bakfietsmoeders uit de blanke middenklasse en nog veel meer mensen. Lieve mensen, hele lieve mensen allemaal naar verluidt, echt waar. Hele, hele lieve mensen allemaal zelfs, zolang ze maar niet naast je gaan wonen – fysiek of op Facebook – en zolang ze maar ver wegblijven van mijn fijne Kastanjepleintje.


De hunkerwinter #27

(dinsdag 9 februari)

De slag om het Museumplein

Er moet mij iets van het hart. Ik ben niet zo van het stelling innemen voor zus of tegen zo, maar soms ontkom je daar niet aan. Laat ik voorzichtig beginnen.

Ik heb ongelofelijk veel respect voor mensen die in Wit-Rusland, Myanmar of in ‘gewoon’ Rusland de straat opgaan om te protesteren tegen onrecht en dictatuur. Ik vind dat dapper en heb bewondering voor deze anonieme mensen. Ik weet niet of ik dat zou durven als ik het ongeluk had in zo’n land te zijn geboren. U voelt waarschijnlijk al een beetje aan waar in naar toe wil gaan..

Naar het Museumplein, inderdaad. En naar een aantal willekeurige en niet nader te noemen andere pleinen in den lande. Van Utrecht tot Maastricht en van Eindhoven tot Urk. Ik weet niet of Urk een plein heeft maar ga daar maar even van uit. Ze hadden in elk geval wel een teststraat, met de nadruk op hadden. Ik vind vrijheid van meningsuiting een groot goed en ik ben een ridder van het Vrije Woord, maar als je in Nederland de straat of het plein opgaat om te demonstreren tegen de hier aanwezige dictatuur dan ben je in mijn ogen niet helemaal goed wijs. Welke dictatuur? Wilt u die even aanwijzen op de routekaart? En als je dan ook nog eens ter vergelijking de Tweede Wereldoorlog erbij haalt, – zoals ook (een deel) van onze boze boeren dat zo graag doet – dan ga je mijn sympathie en steun niet winnen. Ik vind al deze poppenkast op het plein bovendien beledigend en aanmatigend jegens al die mensen in èchte dictaturen zoals Myanmar en Wit-Rusland. Ik neem je dan niet serieus.

Toch vinden zulke demonstraties voor wat ze waard zijn plaats, de laatste vier zondagen als een soort alternatieve eucharistieviering en ook al op andere dagen van de week. ‘Koffiedrinken’, heet dat dan heel ludiek. En als je dan ook nog stenen gooien en het plunderen van Jumbo’s en een Primera bagatelliseert of zelfs goedpraat of in de schoenen schuift van ‘Romeo’s’ – hou toch op! – dan, dan.. Dat hoef ik niet eens uit te leggen wat ik van je vind.

Ik ken enkele mensen die sympathiek staan – althans niet geheel afwijzend – tegen een dergelijk ‘gedachtegoed’  en zelfs meelopen op het Museumplein (ik zeg en schrijf bewust meelopen en niet demonstreren, daar het geen demonstreren is en nog minder gedachtegoed, want er zit geen enkele gedachte achter en goed is het ook al niet!) en elders en ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik met deze mensen aanmoet. Wat in elk geval niet werkt is met ze in discussie gaan op basis van argumenten, heb ik gemerkt. Geloof me, ik heb dat geprobeerd maar het dat is volkomen zinloos. Deze mensen zijn kennelijk noch voor het virus  – immers ‘maar een griepje’ – noch voor welke  argumentatie dan ook vatbaar. Ik ben er trouwens van overtuigd dat in de wat ruimere toekomst overal een vaccin tegen komt, behalve tegen domheid.

We leven in een best beroerde tijd en het einde is nog niet in zicht, maar de democratie is niet in gevaar, tenminste niet zolang deze simpele koffiedrinkende zielen op het plein zich een beetje koest houden. En neen, ik drink en dans niet met jullie mee op de terecht onderbroken valse accordeonklanken van Tulpen uit Amsterdam. Die arme Herman Emmink zou zich hebben omgedraaid in zijn graf als hij zijn stoffelijk overschot niet ter beschikking had gesteld aan de wetenschap. Daarmee heeft hij een veel nuttiger en vooral nobeler daad verricht dan suf met zijn allen koffiedrinken op het Museumplein.

Wees lief. Blijf komende zondag thuis of ga schaatsen of sleeën op een sloot, gracht of vaart. Maar kom niet op de koffie in 020. 


De hunkerwinter #26

Sneeuwjacht

(zondag 7 februari – 45e kerstdag)

20:48 Het is avond. Ik vind dat het met een kwart oog kijken naar Heel Holland Bakt while you’re busy making other plans heel rustgevend. ik vind dat Robèrt een standbeeld moet krijgen. Op het Museumplein of zo. En als dat niet kan: een sneeuwpop. Een mooie, bolle sneeuwpop. En ik denk dat de ME gewoon een pleurishekel aan accordeonmuziek en dat ze daarom die ‘demonstrant’ gearresteerd hebben. Ik geef de ME groot gelijk.

22:50 Ik word altijd heel opgewonden van sneeuw, niet seksueel (helaas!) maar tòch! Dat heb ik al sinds mijn vroegste jeugd  en ik word ook altijd een beetje emotioneel van sneeuw, ik zweer het je. Ik ben trouwens geen wintersporttype. Daar word je mee opgevoed of niet en indien niet is het nagenoeg mogelijk om ooit nog een wintersporttype te worden, heb ik het idee. Een après-skitype, dat ben ik dan waarschijnlijk weer wel. Dus wie of wat schetst mijn verbazing toen ik vanhedenmorgen van onder mijn klamme lappen ontwaakte? Dit had ik ECHT niet verwacht. Ik zou het trouwens heel raar vinden al er dan zo ’s ochtends in mijn slaapkamer een vent of vrouw achter zo’n schildersezel mijn verbazing zou zitten te schetsen, docht dat geheel terzijde.

00:37 Het kwam! Het kwam dus echt! Ik heb vannacht expres het gordijn van de slaapkamer opengelaten. Het lag er echt, dik en wit en veel, enigszins opgewaaid tegen het kunststof kozijn voor het balkon. Sneeuw. Ik was blij ja: wij waren blij, het Portugese poesje en ik. Nou, het Portugese poesje – dat tijdens het ochtengloren bij me in bed was gekropen -boeide het niet zoveel, maar tòch. Het gaat om het idee. Het gaat altijd om het idee! 

00:51 Een echt pak grotemensensneeuw en een pak van mijn hart en ik had subiet zin om Last Christmas op of aan te zetten, of het zelf uit volle borst te gaan brullen, want het was tenslotte niet voor niets vijfenveertigste kerstdag en bovendien: er komt geen nkele accordeon voor in Last Christmas van Wham! Maar zover was het nog niet. Ik was nog niet eens opgestaan. We hadden nog handenvol uitdagingen voor de boeg, op deze wonderschone hunkerzondag.