Maandelijks archief: januari 2021

De hunkerwinter #21

De avondklokkronieken

(vrijdag 22 januari)

00:44 Zojuist een kleine wandeling gemaakt, nu het nog kan en heel participerend-waarnemend. Wat viel me op? Op de L-straat nog redelijk wat mensen. Een rinkelend passerende tram, autoverkeer. Maar op de T-kade en de tegenoverliggende R-dijk is het uitgestorven. Niet zo goed als maar totaal. Rechtsaf en dan weer rechtsaf de P-straat in: een enkele verdwaalde fietser; een bezorger op een scooter en ik zij de gek. De avondklok zal geen wondermiddel zijn, maar het helpt misschien net dat bemoedigende beetje en voor de meeste grootstedelingen is ook weer niet onoverkomelijk. Bovendien. Waar moet je heen zonder hond?

23:34 Dan maar thuis voor de buis. Noodgedwongen is een groot woord. Als Rob Kemps geen Snollebollkes is luistert hij naar liedjes van Jacques Brel en leest hij elke dag de krant. Het herijken van de oude belediging (?) lts-zwakstroom. Ik denk dat Nederland een held rijker is en misschien wel twee, want Emma is ‘niet vies van rijpere mannen’. Er is nog hoop.

(zaterdag 23 januari)

20:59 Op een dag weet je het zeker. Je hebt geen hond.

(dinsdag 26 januari)

20:20 Ik maak een rondje met mijn niet-hond of mijn denkbeeldige hond, net voor spertijd. Ik laat als het ware mijzelf uit, nog net niet aangelijnd. Mijn rondje langs de dijk duurt zo’n twee keer 14 minuten, heb ik laatst geklokt. Dat houdt in dat ik het sinds dit weekeinde niet later dan pakweg 20:30 uur kan aanvangen wil ik niet tegen een boete van €95,- aanlopen, verstrekt door oom agent die mij – voor mijn geestesoog – staande met de armen op de geüniformeerde borst gekruist mij straks zal opwachten. Het is even stil op straat als vier dagen geleden en dat is niet zo heel gek, want je mag nog geheel legaal naar buiten op dit tijdstip, maar waarheen? Waartoe? Keurig voor spertijd bereik ik mijn portiek weer en bij thuiskomst wacht daar natuurlijk geen bromsnor. Geen enkele levende ziel zelfs. Geen hond.


De hunkerwinter #20

(woonsdag 20 januari)

Zandloper (3)

Na blauwe maandag (en droge dinsdag!) woelige woonsdag. Het is de dag van minstens vier waarheden. De eerste is die van de pestconferentie, de tweede binnen een week. Dat levert weinig nieuw nieuws op. Het meeste is al uit prematuur uitgelekt. Zo komt het wat minder hard aan. Er komt waarschijnlijk een avondklok aan. Dat heeft een hoog oorlogsfilmgehalte, maar is even niet anders. 

De tweede IS de inauguratie van Joseph Robinette Biden jr. Dat is echt spannend: ik hield mijn hart vast en tevens mijn adem in zoals dat heet, maar het is gelukkig goed gegaan en bleven taferelen als we eerder zagen deze maand ons bespaard.

Vier jaar geleden had ik net een zekere leeftijd bereikt en daarom was ik naar een andere tijdzone afgereisd, die van Hongkong. Toen ik terugkwam in Amsterdam Oost, Holland, werd Trump geïnaugureerd. Dat weet ik nog heel goed, omdat ik (destijds) die beelden op tv niet kon aanzien. In die vier jaar daarna is veel gebeurd, maar ook weer niet. Ik ben nog steeds gestopt met roken. Nu zijn we eindelijk van die narcistische druiloor verlost.

Het is om nog een derde waarheid een belangrijke of in elk geval bijzondere dan wel gedenkwaardige dag, maar dat schijnt iedereen alweer vergeten te zijn. Vandaag zou er een einde komen aan de lockdown van half december (hier: lock-down XL). Helaas is dat het bekende verhaal van de vlieger, de buik en de twee Belgen die naar Parijs gingen: respectievelijk ging ie niet op, kon je het er op schrijven en niet door. Ja, we zouden vandaag vrij kunnen zijn, maar dat zijn we nog even niet of nog lange niet. Ik weet nu een beetje hoe tbs voelt: iets onaangenaams wat  eindeloos verlengd kan worden. Wel een luxe gold card editie van tbs, dat weet ik ook wel, maar tòch.

En de vierde waarheid is dat het mij gelukt is. De bovenkant van de zandloper is leeg. M,M&hT-o is uit! Eergisterennacht eigenlijk al. Ik zal niet te veel spoilen. Maar geholpen heeft het niet. Het heeft lock-down XL niet ten einde gebracht, zoals ik u beloofde. Dus stuntelen we nog even door in lock-down XXL. Hoogste tijd om maar een andere depressieve, navelstarende Noor uit de boekenkast te trekken en de de zandloper een slag te draaien. Daar gaan we weer: ta hjerte!


De hunkerwinter #19

(dinsdag 19 januari)

Frummel (2)

En dan is er nog Frommel. Tussen alle sneeuwpoedersuikerzoete supermarktreclames was er ééntje niet van een supermarkt, maar van de Staatsloterij. Frommel (2020) was de opvolger van Freddie (2019) die weer de opvolger was van Frekkel (2019) en waar Frekkel een lelijk hondje was en Freddie een stekelig egeltje is Frummel een zwart poesje. Een poesje ‘van kleur’ dus en dat brengt me gelijk bij de crux van Frummel, een minispeelfilm die in de extended version 1:24 minuten duurt en alleen al op Youtube 157.657 keer is bekeken. Inmiddels 157.658 keer. 

We gaan er eens goed voor zitten, popcorn en cola bij de hand en doe maar uit dat zaallicht. Een oude(re) meneer belt aan. Hij zegt: ‘Ik kom voor de katjes.’ De teleurstelling is van zijn gezicht af te lezen als er van het nestje nog maar eentje over is. Frummel. Hij zegt: ‘Maar deze brengen toch ongeluk?’

De meneer – die gewoon net als andere mensen in Amsterdam woont zoals het hoort – neemt het katje toch mee naar huis in zijn automobiel. Onderweg springt het stoplicht op groen (0:25), begint het te regenen maar reikt niets meer of minder dan de voorzienigheid zelve hem bij het uitstappen een paraplu aan (0:31), verwijdert de liftmonteur zodra hij thuiskomt het A-viertje met de tekst ‘DEFECT’’ bij de liftschacht (0:42) en zijn de nieuwe buren zijn heel attent en voorkomen zo dat hij zijn heup breekt over een kinderwiegje (0:47).

Meneer is thuis. Hij woont gewoon in een galerijflat en niet in de villa van Lil’ Kleine of zo. Frommel attendeert al miauwend meneer op een advertentie van de Staatsloterij in de kattenbak (0:56). Daarna gaat meneer op pad met Frommel in zijn wintermantel gestoken, die zijn baasje behoedt voor een op het kerstplein omvallende reuzendennenboom (1:07). Het is dan inmiddels duidelijk dat meneer een staatslot gaat kopen. De ongeschreven subtekst – of zijn subteksten altijd ongeschreven? – duidt aan dat hij het of de idee dat deze ongeluk brengen inmiddels heeft laten varen.  Bij de kiosk treft hij zijn nieuwe buren – zwanger en multiculti – die hij voor laat gaan als Frommel tweewerf heeft gemiauwd (‘Gaat u maar voor hoor!’, 1:32). Dat laatste vond ik een beetje dubieus en daar kregen we een meningsverschilletje over, bij ons thuis in de Transvaal. Vriendin I vond het ‘lief’ van die meneer, maar ik dacht het omgekeerde, namelijk dat hij het miauwen van Frommel opvatte als een teken dat op dit lot de dertig miljoen niet zou vallen. Maar het is inderdaad ook interpreteerbaar dat meneer die dertig miljoen aan het bijna-ouderstel gunde, dat het goed zou kunnen gebruiken. Je weet het niet.

Fraai is dat zowel Frekkel, Freddie als Frummel een open einde heeft. Het wordt niet duidelijk of de hoofdprijs of anderszins op het figurerend staatslot zal vallen. En de trilogie, die ik in dik vijf minuten kon bingen, geeft een interessante en filosofische twist aan het concept geluk: dat dat niet alleen in geld en het winnen van hoofdprijzen schuilt. Wellicht hebben de personages zonder het te beseffen hun hoofdprijs al ontvangen.

Ach, konden speelfilms maar altijd 1:45 minuten duren! Ik zou mijn achterstand op dat gebied met zevenmijlslaarzen kunnen inhalen.


De hunkerwinter #18

(maandag 18 januari)

Blauw

Het is de derde maandag van januari, die blauwe. Die begon geheel in stijl door geluidsoverlast veroorzaakt door een luidruchtige symfonie van klopboormachines en sloophamers. Onderzoek ter plekke zal straks uitwijzen dat de buren van eenhoog hun badkamer laten verbouwen, maar zover ben ik nog niet. Niet op de zaken vooruitlopen. Vooral niet spoilen Jos!

Wij leven al ruim een kwart eeuw in een af en toe wisselende samenstelling met tien huishouden rondom een trappenhuis. Nu even negen, doch dat terzijde. De tiende is vacant. En we kennen elkaar dan allemaal misschien niet helemaal bij doopnaam en -toenaam, maar wel van gezicht en huisnummer. Zonder noemenswaardige conflicten of onenigheden, al heel lang. Je hoort wel eens van verhalen van ‘in de grote stad zus’ en ‘hun kennen hullie eigen buurman niet zo maar dat is dus niet waar. Niet altijd en lang niet overal. Omgekeerd is het ook niet zo dat niet in elk dorp of gehucht gemeenschapszin en sociale cohesie hoogtij vieren, terwijl men eendrachtig horlepiept en klompendanst.

Pagina 1096 en dit alles bedaard overpeinzend ging ik op pad, omdat ik gek werd van het brullende kloppen en de jankende boorgeluiden. Je moet toch wat! In andere tijden was ik was ergens een kopje koffie gaan drinken. Maar het waren deze tijden helaas. Pas toen kwam ik er achter waar het geluid vandaan kwam dat zich dus dwars door drie etages zo hemeltergend luidruchtig en vrijwel niet afzwakkend omhoog zong. Door een deuropening zag ik een installatie-technicus of loodgieter – die eerste benaming is correcter maar de tweede romantischer – op zijn knieën klopboren dat het een aard en lieve lust had.

En toen en toen en toen ik verder de trap afdaalde had ik één moment  – l’esprit d’escalier en ook nog eens letterlijk! – dat ik precies wist wat ik tegen die loodgieter had moeten zeggen. Namelijk dit: ‘U zou eigenlijk thuis moeten werken!’ 

Maar dat heb ik natuurlijk niet gezegd nee..

Maar ik zie het ineens wèl voor me: al die stukadoors, schilders, tegelzetters, stratenmakers die corona-correct thuiswerken. Vijf dagen per week hun eigen muurtjes stuccen, badkamertje betegelen, sierstraatje aanleggen en buitenboel schilderen. En dan aan het eind van de dag de stuc of verf weer van de wanden krabben, de tegeltjes uit de muur trekken en klinkers weer losbikken en opstapelen om dan de volgende dag  Wat zou dat heerlijk zijn! Fijn voor mij en goed tegen de expansie van het c-woord bovendien. Maar niet fijn voor mijn buren daarbeneden met hun lekkende badkamer en al die andere buren van bouwvakkers en hunkerwinterschilders die nu nog elke ochtend op pad gaan om maar niet te hoeven thuiswerken.


De hunkerwinter #17

(donderdag 14 januari)

D.J.V.D.E-R (2)

We kunnen helegaar nergens naar toe niet, niet naar Parijs, Berlijn en Madrid en zelfs niet naar de Intratuin. De hele flikkerse bende is namelijk dicht. We kunnen hoogstens naar Londen met een lijnvlucht, om aldaar de Engelse variant op te pikken als een goedkope scharrel, maar dus niet gewoon naar de Intratuin en dat is spijtig.

We zijn met zijn allen nog lang niet jarig, nog lange niet. Behalve ik.

De Intratuin is niet-essentieel. Aan de ene kant begrijp ik dat wel. Aan de andere kant is het redelijk subjectief of de Intratuin essentieel is of niet. Voor mij is de Intratuin wel-essentieel. Tot 14 december van het rampjaar 2020 kwam ik er minstens twee keer per week en nu dus niet meer en ik merk dat ik het mis. 

Ik denk dat ik sinds ik gestopt ben met Roken ( 28 oktober 2015) niet zo lang bij de Intratuin ben geweest. Ik heb een record gebroken. Een record van niks, maar toch: het telt. Op 13 december 2020 heb ik nog enkele symbolische en volkomen overbodige aankopen gedaan bij D.J.V.D.E-R., om maar iets te kopen en misschien ook om het noodlot te bezweren. Het heeft niet geholpen.

Nu alles zo lang op slot is en stillegt merk ik dat ik dat ik door wat ik maar zal noemen mijn klein geluk aan het raken ben. Dat klein geluk is zeker nog niet op, maar het klein geluk is zo langzamerhand wel op de bon.

Een reclamejongen van twijfelachtig allooi stelde ooit in een slogan vast dat bloemen van mensen houden. Dat is natuurlijk flauwekul, maar het omgekeerde is wèl waar: mensen houden van bloemen en ook van planten. In die zin zou je kunnen zeggen dat planten en bloemen essentieel zijn voor het menselijk geluk. 

Nu wil ik er zeker niet voor pleiten om de Intratuin dan maar weer open te gooien, maar ik denk wel dat we misschien een slimme list moeten gaan bedenken voor als het geluk straks zelfs niet meer op de bon is, maar echt op. Verstand om de economie te redden dat heb ik nie(t), maar enig kijk op en kennis over de diepere beweegredenen en motieven van de diersoort mens(ch) heb ik uiteraard wel. Dat bedenk ik allemaal, staande voor dat enorme stalen gesloten hek van die tempel aan de Nobelweg.


De hunkerwinter #16

(vrijdag 15 januari)

Het c-woord (3)

Ik heb vandaag 20.005 kleine stappen gemaakt, maar liefst 15,3 mensenkilometers, hopelijk in de goede richting maar dat weet je maar nooit.

ik heb veel geleerd. Ik heb wijsheid onttrokken aan lieve mensen om me heen. Toch was het niet helemaal bevredigend. Ik doe mijn best, maar ik weet niet of dat genoeg is. Ik stort me net als u allen in een ongewis avontuur. Wij zijn de lemmingen en het c-woord is de klif. Niemand weet hoe dit af gaat lopen. Ik wil wel uw leidsman zijn en zelfs uw rattenvanger, maar ik kan niet garanderen dat wij allemaal de eindstreep halen.

Ik drink nu wijn. Pinot noir van een redelijk goed jaar (dat rijmt!). Je moet toch wat. 2019. Dat klinkt als eeuwen geleden. Toen kon je gewoon nog naar het café en de Kwekkeboom. Toen kon je elkaar nog aanraken. 

Ik vind dat er te weinig gevloekt wordt en te veel gebeden, over het algemeen. Schrijf dat maar op. Ik probeer alles zo goed mogelijk te doen maar ik doe ook maar wat. De twijfel is my middle name. Voor een leidsman en een rattenvanger is dat een twijfelachtige middle name, dat weet ik ook wel. Maar ik ben ook een Willem Engel die alles heel zeker weet en dat op de barricades verkondigt. Ik neem ook niet graag woorden als ‘genocide’ en ‘agenda in de mond. Zo’n leidsman kan en wil ik niet zijn.

Het bloed staat in mijn wandelschoenen. Nee, dat is niet waar! Dat is bij wijze van spreken. Pagina 1119. Er zijn ook slechte mensen. God koester die aan Zijn hart meer dan goed voor Hem is. Maar dat zal Hem leren! Kompt Ie nog wel achter, de Druiloor.

Je kunt vrijwel elk culinair of iets minder culinair gerecht combineren met bieslook. Dat is een van mijn recentelijke ontdekkingen. En met kiemgroente! Kiemgroenten zijn eigenlijk geaborteerde groente-foetusjes. Mensen die het eten van vlees wreed vinden zouden zich ook moeten onthouden van het consumeren van kiemgroente. Je hebt kiemgroenten in twee varianten: ‘mild’ en  ‘pittig’. Ik kies altijd voor pittig. Oh, al die radijskiempjes, preikiempjes en – ik heb even op de verpakkingen gekeken! – en oh groene radijskiempjes die nooit en te nimmer zullen uitgroeien tot stoere en volwassen preiplanten en rode of groene radijsknolletjes: ik kan er bittere tranen om wenen. Dichter Rutger Kopland moest huilen om jonge sla en dat heb ik altijd een beetje pathetisch gevonden, maar ik jank wel degelijk om kiemgroenten. in de wieg gesmoord en in cellofaan verpakt. En het is toch al zo’n treurige tijd.

Je kunt zowel bieslook als kiemgroenten – mild en pittig – toevoegen aan soep en salades en als garnering gebruiken op al dan niet dik belegde boterhammen of verantwoorde crackers en zelfs er chips mee bestrooien! Dat is de tweede les die ik u voor vandaag meegeef. De eerste was: vertrouw nooit op leidsmannen die alles zeker weten. Mijn derde wijze les is: je mag een zin beginnen met ‘en’ of ‘maar’, heus wel. Als uw schrijfdocent zegt dat dat niet zo is vraag dan uw lesgeld terug en zoek een ander. Er zijn trouwens verbazingwekkend veel mensen die dit niet lezen of slechts gehaast en diagonaal. 

Er zijn wellicht ook mensen die dit helemaal niet lezen maar wel ‘liken’ met zo’n sociaalmediaal duimpje omhoog. Maar daar komen we misschien snel achter.


De hunkerwinter #15

(woonsdag 13 januari)

De droom (2)

De dag voor mijn zoveelste verjaardag had ik een vreemde droom. Ik was in een tv-studio aanwezig als publiek, als onderdeel van de ordinaire meute klapvee. Een soort show van Paul de Leeuw, maar dan zonder Paul de Leeuw. Het onderdeel van deze show vereiste dat van iedereen in de zaal de lichaamslengte werd opgemeten.

Ik was al snel aan de beurt, maar het meten wat op een of andere manier een heel ingewikkeld proces. De eerste keer ging het dan ook mis. Bij de tweede poging bleek ik ineens 1.85 meter lang te zijn, 5 centimeter langer dan in mijn paspoort staat.

Dat was raar! Het eerste wat ik dacht was: nu zit ik ineens ruim onder de BMI-grens voor een gezond gewicht. Raar ook dat dat mijn eerste gedachte was en er schoten vervolgens nog twee dingen door mijn hoofd. In plaats van mensen omwille van hun gezondheid af te laten vallen zou je ook kunnen overwegen om ze langer te laten worden (uno). En mijn eigenstandig bedachte vereenvoudigde berekening van een gezond bmi: gezond lichaamsgewicht = je lichaamslengte in kilo’s minus een meter (due). Ja, daar zou ik patent op moeten aanvragen want het klopt, behalve als je 1.20 m lang bent waarschijnlijk (maar wie is nou 1.20 m lang?). Er is zowaar een kundig huisarts aan mij verloren gegaan. Of een rekenwonder. 

Enfin. Het was maar een droom hè? Ik heb het niet bewust bedacht of zo. Daarna droomde ik in nog een droom dat ik in een souvenirwinkeltje stond met allemaal mensen die dicht om mij heen opeengepakt stonden. Ze waren allemaal van een zekere leeftijd en niemand droeg een mondkapje! Het was een heuse c-droom, of liever gezegd: een ware c-nachtmerrie.

En tussen beide boze dromen door bedacht ik nog iets, of liever gezegd ik herinnerde me iets wat een collega mij ooit heeft verteld, of misschien wijsgemaakt. Het ging over een kunstproject van iemand, die de missie had het menselijk ras kleiner te maken. Mensjes van een meter hoog of zo. Een gekrompen mensheid heeft namelijk enorme vooroordelen, vooral economisch en klimatologisch gezien. Dan kunnen we kleinere huizen bouwen en is er minder voedselproductie nodig. Enige nadeel zal dan zijn dat mijn vereenvoudigde BMI-berekening niet meer klopt! Ik weet niet meer hoe die kunstenaar heet. Ik zal het mijn collega vragen als ik hem vrijdag – een jaar ouder dan en de dagen nog moeër – weer zie.


De hunkerwinter #14

(dinsdag 12 januari)

De pestconferentie

We zijn in afwachting van de pestconferentie van onze premier. Het meeste wat hij gaat zeggen is al bekend. Ik heb begrepen dat de maatregelen expres uitlekken om het leed wat minder hard te laten aankomen: nieuws dat gebracht wordt als ‘waarschijnlijk’ en vervolgens wordt bevestigd, zeg maar. De tactiek om het slechte nieuws zachter te laten landen begrijp ik wel. Ik heb me er nu al bij neergelegd, dus je zou kunnen zeggen dat het werkt. Heb ook weinig andere keus uiteraard, dat weet ik ook wel, maar tòch.

De hoofdlijnen zijn bekend, alleen over de de details bestaat nog onduidelijkheid: drie weken verlenging of toch maar twee? De scholen – basis – eerder open of toch niet? Over een kleine twee uur weten we het. Dat van die scholen die ‘misschien’ toch eerder open gaan is fijn voor de kinderen (nooit kids zeggen alsjebliefte, gadverdamme!) maar nog fijner voor de ouders. Ergo: niet te veel medelijden hebben met ouders. Die wilden zelf toch zo graag aan de norm van de hoeksteen der samenleving voldoen? Testen in het ziekenhuis en IVF en een halve koelkast vol hormonen en en traag zaad en onwillige eierstokken en als het dan eindelijk zo ver is een beetje lopen janken dat het ‘zo hectisch’ is en ‘zo zwaar’. Rot toch o! Bedenk dan dat er hele goeie anticonceptie bestaat.

Zo! Ik dacht: ik ga er vandaag even met gestrekt been lekker hard in. Volgens mij is dat gelukt. Nuance is de dood in de pot van het entertainment en Het Vrije Woord. Als Sylvia Witteman schrijft ‘[..] de groenteboer heeft een Turkse naam en ziet er ook Turks uit, maar hij spreekt Amsterdams [..]’ wordt ze al uitgemaakt voor racist door mensen met te weinig hobby’s en talent en te veel vrije tijd, echt waar. Kom niet aan Sylvia, verdomme.

En nu moet ik weg. Dingen doen, en zo. Stoute dingen die het elektronisch papier en het daglicht niet velen in the wild, wild city.   Tot later!

[..]

Update 23:19: We zijn weer thuis! Drie weken dus in plaats van twee. Demissionair maar missionair misschien voor het c-woord. Zo’n dag dat je digitaal de (water)meterstand doorgeeft – na twee herinneringen en na de jaarlijkse rituele zoektocht waar die verdomde watermeter ook alweer is! – en vier zakelijke telefoontjes pleegt en anderhalve afspraak maakt. Zo’n dag. Transitie. Varianten. Twijfel. En zo wild was het nou ook weer niet in de stad. Het viel reuze mee, helaas. Wild zal het voorlopig ook niet worden nee, eerder tam. Iedereen trekt zich terug in de cocon of jakobsschelp van zijn woonst. Hoe kom ik nou toch weer op jakobsschelp? Het is met een k in elk geval, de k van kutklote allemaal.


De hunkerwinter #13

DE HUNKERWINTER #13

(maandag 11 januari)

Mars verplaatst naar Stier

Het duurt te lang. We staan hier al een tijdje. Davina Michelle zong het al in 2018, niet wetend dat haar gezongen woorden profetisch zouden zijn. Of misschien wel-wetend. Dat weet je niet. Of juist wel!

Het is maandag. Wanneer is de nieuwe pestconferentie van Mark Rutte? Vandaag, morgen? Morgen pas krijg ik net van iemand door. Misschien is Davina Michelle wel een zieneres, een heus profeet met haar woorden Het Duurt Te Lang. Misschien is ze wel het astrologische derde zusje van de Van Lexmondjes die toevallig wél goed kan zingen, vooral als Mars verplaatst naar Stier. Dat is best een pittige transitie namelijk. Voor mij komt dat gek genoeg ook wel als een schok, maar als je het dan combineert met de transitie van de planeet dan denk je okay, het verbaast me ook eigenlijk niet! Ik heb geen flauw idee waar ik het over heb, maar tóch. Dat hoeft ook helemaal niet meer. Kennis en feiten staan alleen maar in de weg, als je een beetje wilt influencen op Youtube.

Het is dus helemaal niet de schuld van Donald Trump. Het is de schuld van Mars en de stier, en misschien ook wel van die meneer in het pak van Nilfisk de Noorman. Dat lees je nou weer niet in de Main!-Stream!-Media! Helemaal niks! Het zou me echt niet verbazen als het allemaal een duister complot is, lieve mensen. En we moeten doorr dus voor de laatste keer, het spijt me. En wie heet er nou Jetteke van Lexmond, wat is dat voor een achterlijke naam? Jet-te-ke? Wie noemt zijn eigenste met zweet en tranen verwekte en negen maanden later gebaarde eigen bloed en liefdesvrucht nou Jetteke? Dat kun je zo’n schaap toch niet aandoen? Dat is je reinste kindermishandeling! Geef hem maar van Jetteke! Not Yetteke. En intussen duurt het dus te lang. We staan stil, twee of drie weken te lang of misschien zelfs tot Sint Juttemis te lang. Maar dat horen we morgen van Mark. De onzichtbare muterende vijand is nog lang niet verslagen. Ik rijd te lang in deze tunnel en ik zie geen licht.


De hunkerwinter #12

(vrijdag 8 januari)

Zandloper (2)

Ik grossier in kleine teleurstellingen. Normaal kan ik kleine teleurstellingen best goed handelen, maar nu niet. Tot het dan weer niet doorgaat, om wat voor redenen dan ook. Ik klamp me aan iets vast en dan komt de kleine teleurstelling des te harder aan. Voorbeelden te over en legio, maar ik noem ze niet: te gênant.

Later misschien. Ik word boos om niks, maar soms ook om gegoede redenen. Is dat Nederlands eigenlijk, gegoede redenen? Nee, nauwelijks. Toch laat ik het staan want ik heb daar gegoede redenen voor: ik ben een rebel en dat zal ze leren! Ach, die dingen die niet doorgaan. Ik ben zo iemand die nog steeds een papieren agenda heeft en tegenwoordig noteer ik daar mijn (schaarse) afspraken in met potlood. Dan kan ik het nog uitgummen. Dat doorstrepen of doorhalen van alles wat maar niet doorgaat vind ik deprimerend. En confronterend.

De vlakgom is mijn vriend. Niet voor niks was 2021 het jaar van Diederik Gommers. 2021 wordt waarschijnlijk weer het jaar van Gommers, zoals Evert van Bentum ooit twee jaar op rij de Elfstedentocht won. Ik grossier ook in ongemakkelijke en geforceerde vergelijkingen en metaforen. 

Het is dag 39. Dag 39 van de meteorologische en dag 19 van de astronomische en dag 26 van lock-down XL. Pagina 944. De zandloper loopt nog steeds. Ik ga ervan uit dat lock-down XL wordt verlengd door Mark Rutte. Ik heb het al in mijn papieren agenda gezet: 1 augustus 2021: einde lock-down XXL. Met potlood. Ik ben niet alleen iemand die er een papieren agenda op nahoudt maar ook iemand die zich voor alles meent te moeten verontschuldigen.

Ik heb de donorcodicil-brief van de overheid – ‘van de staat’ moet je zeggen als je heel erg rechts georiënteerd of heel erg wit èn boos of heel erg wappie bent, of alledrie tegelijkertijd – maandenlang ongeopend door mijn huis laten slingeren tot ik een tweede kreeg, opnieuw van de overheid (‘staat’, ‘politiestaat!’). Er komt een moment dat je iets te lang hebt uitgesteld. Het was vlak voor kerst. Toen heb ik hem maar geopend. en toen was ik er eigenlijk in zeven seconden uit en maakte ik de enige juiste want meest humane keuze. Ik kan niet wachten. Ik heb zelfs overwogen om op het (‘staats’)formulier aan te geven sommige (zo goed als ongebruikte) onderdelen nu alvastaan te bieden, voor ik mezelf helemaal in de uitverkoop gooi.