De avondklokkronieken
(vrijdag 22 januari)
00:44 Zojuist een kleine wandeling gemaakt, nu het nog kan en heel participerend-waarnemend. Wat viel me op? Op de L-straat nog redelijk wat mensen. Een rinkelend passerende tram, autoverkeer. Maar op de T-kade en de tegenoverliggende R-dijk is het uitgestorven. Niet zo goed als maar totaal. Rechtsaf en dan weer rechtsaf de P-straat in: een enkele verdwaalde fietser; een bezorger op een scooter en ik zij de gek. De avondklok zal geen wondermiddel zijn, maar het helpt misschien net dat bemoedigende beetje en voor de meeste grootstedelingen is ook weer niet onoverkomelijk. Bovendien. Waar moet je heen zonder hond?
23:34 Dan maar thuis voor de buis. Noodgedwongen is een groot woord. Als Rob Kemps geen Snollebollkes is luistert hij naar liedjes van Jacques Brel en leest hij elke dag de krant. Het herijken van de oude belediging (?) lts-zwakstroom. Ik denk dat Nederland een held rijker is en misschien wel twee, want Emma is ‘niet vies van rijpere mannen’. Er is nog hoop.
(zaterdag 23 januari)
20:59 Op een dag weet je het zeker. Je hebt geen hond.
(dinsdag 26 januari)
20:20 Ik maak een rondje met mijn niet-hond of mijn denkbeeldige hond, net voor spertijd. Ik laat als het ware mijzelf uit, nog net niet aangelijnd. Mijn rondje langs de dijk duurt zo’n twee keer 14 minuten, heb ik laatst geklokt. Dat houdt in dat ik het sinds dit weekeinde niet later dan pakweg 20:30 uur kan aanvangen wil ik niet tegen een boete van €95,- aanlopen, verstrekt door oom agent die mij – voor mijn geestesoog – staande met de armen op de geüniformeerde borst gekruist mij straks zal opwachten. Het is even stil op straat als vier dagen geleden en dat is niet zo heel gek, want je mag nog geheel legaal naar buiten op dit tijdstip, maar waarheen? Waartoe? Keurig voor spertijd bereik ik mijn portiek weer en bij thuiskomst wacht daar natuurlijk geen bromsnor. Geen enkele levende ziel zelfs. Geen hond.